Er zijn in totaal drie proefsleuven aangelegd over het beschikbare terrein, waarvan één proefsleuf ook een kijkvenster had. Daarnaast is er ook nog een proefput aangelegd. De teelaarde is laagsgewijs verwijderd, waarbij de grond steeds is afgezocht naar vondsten. Deze zijn echter niet aangetroffen. Onder de teelaarde werd de C-horizont zichtbaar, waarin zich de sporen aftekenden. Ook op dit niveau is de bodem afgespeurd naar vondsten. In de recente verstoringen zijn hier en daar enkele baksteenfragmenten herkend, die niet ingezameld zijn omwille van de recente datering van deze verstoringen. In twee sporen werden vondsten aangetroffen en ingezameld. Het vlak is op dit niveau aangelegd.
Er is door omstandigheden minder opengelegd dan 12,5% van het oppervlak, maar de aangelegde proefsleuven en volgsleuf zijn een voldoende steekproef om inzicht te krijgen in de bodemopbouw en de aan- dan wel afwezigheid van archeologische sporen om de onderzoeksvragen goed te kunnen beantwoorden. Uit deze proefsleuven en volgsleuf is gebleken dat het terrein enkele archeologisch relevante sporen bevat.