De opgraving vond plaats op een site met een complexe verticale stratigrafie, waarin bewoningslagen werden afgewisseld met verstuivingslagen.
De vlakopgraving (in meerdere vlakken) werd gekoppeld aan een uitgebreide profielstudie en aangevuld met boringen; alle aangetroffen lagen en occupatiehorizonten werden uitgebreid bemonsterd. Een uitgebreid analyseprogramma (met onder meer analyses van marcoresten en sedimentologisch onderzoek) verschaft een helder inzicht in het hoogdynamische landschap waarin de (vooral middeleeuwse) bewoningssporen gesitueerd zijn.