Participerend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd met behulp van vrijwilligers. Na het uitzetten van de proefputten (met aandacht voor gekende verstoringen of ophogingen etc.) werden de proefputten manueel uitgegraven per lagen van 10 cm. Elke laag werd onderzocht op vondsten. Bij sommige proefputten zijn de lagen droog gezeefd (maaswijdte 1-2 mm) op zoek naar kleinste vondsten. Bijna alle proefputten zijn onderzocht met een metaaldetector. Bij het uitgraven van de putten kreeg elke 10 cm een nieuwe laagnummer. Deze arbitraire grenzen maakte een makkelijke registratie van het vondstmateriaal mogelijk. Per 10 cm werd er een vlakfoto gemaakt door de deelnemers. De deelnemers beschreven de afzonderlijke lagen aan de hand van gestandaardiseerde fiches.
De relevante profielen werden door de archeologen gefotografeerd, beschreven en ingetekend. Er is uit één proefput wat houtskool ingezameld. Echter bleek dit ingezameld in de ploeglaag, waardoor het niet relevant is voor eventueel vervolgonderzoek.