Naar aanleiding van de Week van de Friet in 2021 kondigde de minister aan dat hij enkele frietkoten in Vlaanderen wilde beschermen als monument.
Het agentschap deed een oproep aan de lokale besturen om frituren met erfgoedwaarde te melden. In een verder stadium werd ook het grote publiek in de zoektocht betrokken. De oproep leverde 75 kandidaturen op, verspreid over geheel Vlaanderen. Op twee overlegvergaderingen werd over de selectie gedebatteerd. Ook een vertegenwoordiger van Navefri en van het Centrum voor agrarische geschiedenis dachten mee over de selectiecriteria. Veertien kandidaten haalden op basis van de selectiecriteria de shortlist. Deze frietkoten werden allemaal ter plaatse bezocht. Zowel uitbater als grondeigenaar als lokaal bestuur werden betrokken bij het overleg over een mogelijke bescherming.
Voor de selectie hielden wij rekening met:
Uiteindelijk werd voor 3 frietkoten de bescherming opgestart.
In ons onderzoek hebben we gemerkt dat de aanwezigheid van een frietkot en een concessie op het openbaar domein voor veel lokale besturen nog een knelpunt blijft. Met de beschermingen willen we een aanzet geven tot het positiever kijken naar het frietkot als erfgoed, typisch voor onze regio, en als plek van sociale cohesie in het openbaar domein.
Auteurs: Meganck, Leen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)