Naar aanleiding van de aanleg van nieuwe woonkavels met bijhorende aanleg van riolering, leidingen, wadi, diverse putten werd een archeologienota opgesteld.
De bodemopbouw wordt samengevat als Ap-C over het hele plangebied. De aardkundige data bevestigt dat de top van de zandduin werd verstoord en dat verdere profielvorming, indien zich ontwikkelde, hierdoor niet bewaard bleef. Eventuele ondiepe archeologische sporen op de top van de duin bleven evenmin bewaard. In het westen verstoorde de voormalige bebouwing eveneens de bodemopbouw en eventuele relevante sporen.
Het terrein werd onderzocht door middel van zes parallelle proefsleuven. Met de 6 proefsleuven werd op die manier in totaal 462,61m2 vrijgelegd. Dit komt overeen met 14,41% van de toegankelijke zone, ofwel 11,11% van het volledige onderzoeksgebied. In de sleuven werden in totaal 32 sporen aangesneden, vermoedelijk gaat het hier allemaal om zandwinningskuilen uit de nieuwe tot nieuwste tijd.