Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden er 7 continue proefsleuven verspreid over de volledige oppervlakte van het onderzoeksgebied aangelegd. De afstand tussen de sleuven bedroeg 15m. De oriëntatie van de proefsleuven werd deels meegaand en deels haaks op de dominante perceelsindeling gepland. Tijdens het veldwerk werd bijna niet van het voorgestelde proefsleuvenschema afgeweken. Ter hoogte van het enige relevante spoor werden bijkomende tussenliggende proefsleuven aangelegd, alsook 2 kijkvensters. De locatie van de kijkvensters werd gekozen in functie van de grootste kenniswinst. In totaal werd er 12,71% van het onderzoeksgebied onderzocht. Er werden 5 bodemprofielen aangelegd.
Uit een kuil werd er een bulkstaal genomen dat rees gezeefd werd. Het dient nog verder verwerkt te worden, wat niet alleen tot een exactere datering, maar eventueel ook tot een meer betrouwbare interpretatie kan leiden.