De boringen in het eerste transect (B1-B4) bleken vrij duidelijk, consistent en overtuigend. Ze werden tot 4,8m onder het maaiveld uitgevoerd. Er werd geen duidelijke of herkenbare dijk aangetroffen. Hierop werd beslist om een extra boring uit te voeren in de noordoostelijke hoek van het terrein (B5) om op zoek te gaan naar een contrast met boring B6 die de aanwezigheid van de verwachte dijk zou kunnen aantonen. Alle boringen bleken echter, mits enkele lokale verschillen, vrij uniform. De geplande boringen 6 en 7 werden daarom uitgevoerd in een kleinere diameter (3,5cm), ter bevesƟging van de eerder uitgevoerde reeks. De achtste boring werd niet meer uitgevoerd aangezien de 7 voorgaande gelijkaardig bleken.
Er werden 4 parallelle continue proefsleuven met een noordoost-zuidwest oriëntatie uitgevoerd. Er werden op deze sleuven geen kijkvensters of dwarssleuven aangelegd wegens het ontbreken van relevante sporen. Aanvullend werd wel een kijkvenster aangelegd op een opstaande bakstenen structuur waarvan vermoed werd, op basis van de bouw en volgens de mededeling van een buur, dat het een structuur uit de Eerste Wereldoorlog betrof. Dit kijkvenster diende op de aard en diepte van het muurwerk te evalueren evenals inzicht te verkrijgen in eventuele bijhorende elementen in de directe omgeving. Er werden tevens profielen aangelegd om de huidige topografie, die ter hoogte van het muurwerk verhoogd was, te bestuderen.
Indexering van zoekresultaten op woensdagavond 13 november
Op woensdagavond 13 november vanaf 17u wordt de databank opnieuw geïndexeerd, dit zal enkele uren in beslag nemen. De zoekresultaten kunnen tot en met donderdagochtend onvolledig zijn.