De archeologienota werd opgemaakt naar aanleiding van de geplande verkaveling van het terrein en de aanleg van een wegenis. De bodemprofielen vertoonden een bodemopbouw van het type Aap-C(g). Het archeologisch vlak varieerde van hoogte tussen 23,75 m en 24,25 m +TAW. Omwille van de recente ontbossing van het terrein was de A-horizont afgetopt en doorgaans ca. 40 cm dik, hieronder werd de C-horizont aangesneden. Er waren geen restanten van een podzol onder de plaggen aanwezig.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden vier proefsleuven aangelegd i.p.v. de voorziene vijf (door een boombeschermingszone) en werd één proefsleuf onderbroken. In totaal werd er 647 m2 onderzocht door middel van het proefsleuvenonderzoek. Dit komt overeen met 9,9 % van de totale oppervlakte van het plangebied (ca. 6.552 m2). Er werden tijdens het proefsleuvenonderzoek 29 spoornummers uitgedeeld. De genummerde sporen betreffen greppels, kuilen en landbouwsporen. Naast deze sporen werden er nog diverse verstoringen aangesneden en op plan gezet.