Om de bodemkundige situatie in te schatten werd overgegaan tot een landschappelijk booronderzoek. Hierbij werden er verspreid over het terrein acht boringen uitgevoerd. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden er vier sleuven uitgegraven over het terrein. De profielen die werden geregistreerd tijdens het proefsleuvenonderzoek toonden aan dat de B-horizont over een groter gebied bewaard was gebleven dan vermoed tijdens het booronderzoek.