Naar aanleiding van de verkaveling en bouw van woningen, wegenis en parkeerplaatsen werd een archeologienota opgesteld. Landschappelijk bodemonderzoek toonde aan dat er binnen het onderzoeksgebied sprake is van een A-C bodemopbouw. Voor het volledige onderzoeksgebied kunnen we besluiten dat het bodemarchief matig bewaard gebleven is. Goed bewaarde oudere natuurlijke aardkundige eenheden waarin nog een goed bewaarde steentijd artefactensite kan voorkomen, werden niet aangetroffen. Het archeologisch niveau bevond zich op een diepte tussen 25 en 52 cm onder het maaiveld of op een hoogte tussen 5,28 en 5,91 m TAW.
Er werden 8 werkputten (6 proefsleuven en 2 kijkvensters) aangelegd. De proefsleuven (op WP4 na) lagen parallel aan elkaar, hadden een noordnoordwest-zuidzuidoost oriëntatie, hadden een breedte van 2 m en werden machinaal aangelegd. Werkput 5 moest ingekort worden door de aanwezigheid van een schuur die nog niet gesloopt was. Om de verloren oppervlakte te compenseren werd een sleuf (WP4) ten zuiden van de schuur aangelegd met een oostnoordoost-westzuidwest oriëntatie. In totaal werden 33 sporen geregistreerd, waarvan 5 paalsporen, 10 verstoringen en 18 natuurlijke sporen. De paalsporen maakten deel uit van een afsluiting of omheining. Het gaat steeds om scherp afgelijnde vierkante sporen met een donkergrijze, vrij losse vulling. De sporen worden gedateerd in de nieuwe tot de nieuwste tijd.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: BRUGGEMAN J & KENNIS J. 2024: Nota Zaffelare (Lochristi) – Oude Veldstraat, All-Archeo rapport 1926, Bornem.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: