Naar aanleiding van de aanleg van een pompstation werd een archeologienota opgemaakt. Over het gehele terrein werd een A/C-profiel vastgesteld onder een zwartbruine homogene ap-horizont (teelaarde) van 20 tot 40 cm dik. Er waren geen indicaties van een (deels) bewaarde paleobodem. Het archeologisch niveau bevindt zich op , op een hoogte van 4 tot 4,5 m TAW.
Door middel van vijf proefsleuven en drie kijkvensters werd een oppervlakte van 788 m2 onderzocht. Op een onderzoeksgebied van 5 832 m2 resulteert dit in een dekkingspercentage van 13,51 %. Proefsleuvenonderzoek leverde enkele archeologisch sporen aanwezig zijn die te dateren zijn in de 18de – 19de eeuw, geïnterpreteerd als (paal-)kuilen en een drinkpoel. Het lijkt er eerder op dat het terrein geen bewoning heeft gekend en dat de sporen verklaard kunnen worden als off-site fenomenen die in verband staan met landinrichting van weide- en of landbouwgebied.