Naar aanleiding van de bouw van ateliers en een magazijn, zonder ondergrondse niveaus, werd een archeologienota opgesteld. Rondom de gebouwen worden regenwatertanks en infiltratievoorzieningen aangelegd, met lokale uitgravingsdieptes tot 3 m (vanaf het maaiveldniveau). Langs de straatkant van het projectgebied zal een laad- en loskade worden aangelegd, met uitgravingen tot een diepte van ca. 2 m onder het maaiveldniveau.
Verspreid over het terrein zijn sporen van recente uitgravingen van de voormalige bebouwing aanwezig, maar over het algemeen is de bodemopbouw onverstoord.
Door middel van vier proefsleuven en één kijkvenster werd 978 m2 van de totale oppervlakte (6059 m2) onderzocht, wat neerkomt op een dekkingsgraad van 16,1%. Los van een reeks recente uitgravingen werd één archeologisch relevant bodemspoor aangesneden. Het betrof een geïsoleerde kuil die op basis van het hiermee geassocieerd handgevormd aardewerk uit de vulling kan worden gedateerd in de (vroege of midden) ijzertijd. Drie wandfragmenten vertonen sporen van (secundaire) verbranding of een overbakken klei. In combinatie met de brokken verbrand sediment in de kuilvulling zou dit kunnen wijzen op een context die is gelinkt met een veldoven (voor de productie van handgevormd aardewerk).
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: VAN LIEFFERINGE, N. 2024: Nota: Resultaten van het archeologisch vooronderzoek aan de Nijverheidsstraat in Mol, Tienen.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: