Er werden 8 werkputten (7 proefsleuven en 1 kijkvensters) aangelegd. De proefsleuven hadden een breedte van 1,80 m en werden machinaal aangelegd. De proefsleuven lagen parallel aan elkaar. In het zuidwesten van het terrein hadden ze een noordoost-zuidwest oriëntatie en in het noordoosten een noordwest-zuidoost oriëntatie. Een zone van ca. 1405 m2 in het noordoosten kon nog niet onderzocht worden.
Gezien het plangebied zich bevindt ter hoogte van de ruime afbakening waarin in 1678 een Frans militair kamp gelegerd was, werd voorafgaand aan de aanleg van de werkputten met een metaaldetector het maaiveldniveau gescreend. Na de aanleg van de vlakken werd er opnieuw gescreend met een metaaldetector.