Archeologisch vooronderzoek naar aanleiding van de bouw van nieuwe woonunits.
Er werden 5 werkputten (4 proefsleuven en 1 kijkvenster) aangelegd. De proefsleuven hadden een breedte van 2 m en werden machinaal aangelegd. De vooraf geplande locaties en oriëntatie van de sleuven werd ter plekke herbekeken door de situatie op het terrein. Om rekening te houden met de verstoorde zones in het noorden werd er voor gekozen om de sleuven in het oosten van het terrein aan te leggen met een noordoost-zuidwest oriëntatie in de plaats van een noordwest-zuidoost oriëntatie. In deze zone werd namelijk een beperktere mate van verstoring verwacht.