Archeologisch vooronderzoek naar aanleiding van de aanleg van nieuwe vijverpartijen, verhardingen en groenzones.
Het landschappelijk bodemonderzoek werd uitgevoerd op dinsdag 20 en woensdag 21 februari 2024. Het landschappelijk booronderzoek omvatte 23 boringen. Deze zijn uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 7cm in combinatie met een kleiguts (diameter 3cm) en, of zandguts (diameter 2cm). De boringen zijn gezet in een grid bestaande uit raaien met een onderlinge afstand van ca. 40m. Binnen iedere raai zijn de boringen gezet op een onderlinge afstand van ca. 50m. De boringen zijn zo geplaatst dat de waarnemingslocaties in een raai verspringen ten opzichte van die in de aangrenzende raaien, waardoor een systeem bestaande uit gelijkbenige driehoeken wordt benaderd.
Het proefsleuvenonderzoek, uitgevoerd tussen maandag 26 en donderdag 29 februari 2024. In totaal werden 24 sleuven aangelegd. Er werd in het noordelijke gedeelte voor geopteerd om de uitgebrikte gronden steekproefsgewijs te gaan controleren, waarbij niet alle proefsleuven werden doorgetrokken. De sleuven die volledig werden aangelegd leverden een betrouwbaar beeld op, waarbij werd bevestigd dat het noordelijke deel effectief te maken kreeg met de ontginning van de kleigronden, waarbij het bodemarchief danig was verstoord en aangetast, dat deze geen relevante archeologische sporen zou prijsgeven. Er werden echter enkele proefsleuven volledig in de lengte aangelegd, om deze these te kunnen onderbouwen en te toetsen aan de reële situatie. In totaal werd 5.488m2 onderzocht, wat overeenstemt met 10,97% van het totaal te onderzoeken gebied.