Het verkennend archeologisch booronderzoek vond plaats op een oppervlakte van ca. 8.900 m2, verdeeld over tien deelzones langs de Westremstraat in Wetteren. De selectie van deze zones is gebaseerd op de resultaten van het landschappelijk bodemonderzoek. Er werden in totaal 211 boringen vooraf gepland. Ter hoogte van het terrein voor grondverbetering werden 33 boringen in een verspringend gelijkbenig driehoeksgrid met een resolutie van 10 x12 m geplaatst. Op de rest van het lijntracé werden dus de overige 178 boringen meteen in een denser grid van 5 x 6 m uitgezet, gezien de beperkte oppervlakte. Hiermee was er 6 m tussen de individuele boorpunten op het lijntracé. 14 boringen werden niet uitgevoerd door verhardingen.
In totaal werden 188 stalen ingezameld tijdens het onderzoek. Deze stalen komen niet in aanmerking voor verder natuurwetenschappelijk onderzoek.