Naar aanleiding van geplande werken aan het Sint-Vincentiusklooster werd een archeologienota opgesteld.
Voor het landschappelijk bodemonderzoek werden 11 landschappelijke profielputten van 4 m2 aangelegd. De bodemopbouw bestond deels uit technosols (WP1), diepverstoorde AC-profielen (WP2) en Ap-Bt-C-profielen (WP4 en WP6). De bouw van de 19de-20ste eeuws kloostergebouwen in de zuidelijke zone hebben gezorgd voor een diepe verstoring van de bodemopbouw, waardoor er geen archeologisch niveau meer aanwezig is in deze zone. De natuurlijke bodemopbouw is diep aangetast tot quasi volledig verdwenen door deze antropogene (bodem)ingrepen De diepte van dit antropogeen vergraven pakket gekenmerkt, door afgravingen en ophooglagen, reikt tot minimum 55 à 60 cm-mv en zelfs dieper waar funderingsmuren en kelders werden aangelegd.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: DE BACKER R., PYPE P. & COENAERTS J. 2024: Archeologische evaluatie van het bodemarchief a.d.h.v. profielputten t.h.v. het SintVincentiusklooster te Gits (Hooglede) – Fase 3, ABO rapport 2314, Gent.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: