Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 2 bodemprofielen verspreid over het terrein aangelegd. Tussen de diepere verstoringen in, bleef de bodem relatief goed bewaard, ook onder de voormalige loodsen, met verspreid over het terrein nog een bewaarde B-horizont (restant). De bewaringskans van in situ steentijd artefactensites wordt als laag ingeschat, maar archeologische (grond)sporen kunnen voorkomen op onder de Ap-horizonten, in de bewaarde B- en C-horizonten. n. Het archeologische vlak bevond zich op 18,73m TAW tot 19,97m TAW en volgt in grote lijnen wel nog het oorspronkelijke, natuurlijke reliëf.
Er werden in totaal 11 proefsleuven aangelegd, alsook 1 dwarssleuf en 1 kijkvenster. Met de proefsleuven werd op die manier 864,25m2 vrijgelegd. Dit komt overeen met 8,08% van het onderzoeksgebied ofwel 14,40% van de toegankelijke zone. De tussensleuf en het kijkvenster waren samen goed voor een onderzochte oppervlakte van 124,04m2, wat met 1,16% van het onderzoeksgebied of 2,07% van de toegankelijke zone overeenkomt. In totaal werd door middel van dit proefsleuvenonderzoek een 9,24% van het onderzoeksgebied ofwel 16,46% van de toegankelijke zone onderzocht.
In de sleuven en kijkvensters werden in totaal 61 sporen aangesneden. Ze werden allemaal als antropogeen gedetermineerd, er werden geen natuurlijke sporen vastgesteld. De antropogene sporen omvatten gracht- en greppelsegmenten, kuilen, paalsporen, funderingen, uitbraaksporen en drainagegreppels. Qua datering is het sporenbestand op te delen in recente sporen enerzijds, en oudere sporen die kunnen dateren van de metaaltijden tot en met de nieuwste tijd anderzijds.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Vooronderzoek Industriestraat - KMO units fase 2 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1084469 (geraadpleegd op ).