Op het onderzoeksgebied werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Wat betreft de inplanting van de proefsleuven werden acht parallelle proefsleuven van elk 2m breed aangelegd waarbij een tussenafstand van 15m in acht werd genomen. De eerste werkput werd aangelegd ten zuiden van terrein met bomen in het oosten van het projectgebied. De overige 8 werkputten werden aangelegd ten noorden hiervan. Door middel van drie verspreide profielputten werd de bodem in het projectgebied verder bestudeerd. De werkputten hebben een gezamenlijke oppervlakte van 845,71 m2, wat zo tot de dekkingsgraad 13,6 % komt.
Het afgegraven vlak werd afgelopen met de metaaldetector voor de detectie van metallurgische voorwerpen.
Er werden geen stalen verzameld voor verder natuurwetenschappelijk onderzoek.