Tijdens de archeologische opgraving werd van het totale projectgebied van 353 m2 zo’n 342 m2 onderzocht. Ter hoogte van de recente kelder kon er niet gegraven worden en was de bodem tot diep in de moederbodem verstoord. Bovendien diende er een veiligheidsbuffer van minimaal 2 m gerespecteerd te worden ten opzichte van de omringende gebouwen.
De opgravingszone werd opgedeeld in werkputten zodat elke zone op korte termijn afgewerkt kon worden en de sporen niet degraderen door het openliggen. Het onderzochte terrein werd in vijf werkputten opgedeeld en opgegraven. De werkputten werden aangelegd door middel van een rupskraan met een gladde kraanbak van 2 m breed. De teelaarde werd laagsgewijs verdiept tot op het archeologisch leesbaar niveau. Er werden maximaal 3 vlakken opgegraven en geregistreerd. Alle ingemeten TAW-hoogtes liggen tussen 53,982 en 56,085 m, waarbij de laagste waarden in vlak 3 en de hoogste in vlak 0.
Het archeologisch vlak werd aangelegd met een 21-tons kraan en dit met een platte graafbak. Bij het opmeten van het vlak, sporen, puntvondsten,...werd gebruik gemaakt van een GPS-gestuurd systeem met een precisie van 1 cm. Foto’s werden genomen met een digitaal fototoestel. De metaaldetectie werd uitgevoerd met behulp van een metaaldetector. Verder werd gebruik gemaakt van klein opgravingsmateriaal zoals: schop, truweel,...
Tijdens het veldwerk werd geen selectie van de vondsten doorgevoerd. Alle aangetroffen vondsten werden per spoor of per laag ingezameld en voorzien van een vondstenkaartje/-nummer.
Auteurs: Martens, Marleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: GEELEN N., WIJNS D., VERSTREKEN S., BOUCKAERT K. & CLAESEN J. 2024: Eindverslag Bilzen – Korenstraat/Romboutstraat, Kortenaken.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: