25 jaar geleden werd in Vlaanderen voor het eerst systematisch archeologisch onderzoek verricht tijdens de aanleg van een aardgasleiding. Al snel bleken de opgravingsresultaten bijzonder omvangrijk en van diepgaande wetenschappelijke waarde. Lijntracés kunnen met andere woorden een belangrijke bijdrage leveren aan onze archeologische kennis.
Sindsdien zijn er al meerdere lijntracés archeologisch opgevolgd, maar een synthese van de onderzoeksresultaten en een evaluatie van de werkwijze ontbreekt nog. Dit syntheseonderzoek brengt daarin verandering: voor het eerst zijn de opgravingsresultaten van 21 lijntracés in Vlaanderen, met een totale lengte van 720 km, geïnventariseerd en systematisch vergeleken en onderzocht. De 45 rapportages resulteerden in 659 sites en meer dan 1000 waarnemingen.
De karakteristieke vorm en het verloop van een lijntracé generen een atypische maar interessante archeologische dataset. Hoewel de werkzones van pijpleidingen niet breed zijn, hebben ze wel een aanzienlijke lengte waardoor ze door verschillende soorten landschappen en bodemregio’s lopen. De lijntracés vormen daarom een unieke gelegenheid om via een dwarsdoorsnede van de bodemopbouw het archeologisch potentieel en de bewaringsomstandigheden in een hele regio te documenteren. Over het volledige traject wordt dezelfde onderzoeksmethodiek toegepast. Hierdoor ontstaat er een omvangrijke en goed gestandaardiseerde dataset die een referentie kan zijn voor de omliggende regio’s.
Lijntracés hebben echter ook de vervelende gewoonte om verwachtingspatronen te doorbreken. De huidige archeologische wetgeving rekent net op die verwachtingspatronen, en op bekende selectiecriteria voor het lokaliseren van archeologische resten, om het budget voor archeologisch onderzoek efficiënt te gebruiken. Maar de wetenschappelijke resultaten maken dat hopelijk goed. Want een vergelijking van dit syntheseonderzoek met de resultaten reguliere opgravingen laat zien dat lijntracés een complementaire en mogelijk zelfs correctere dataset oplevert. De reden daarvoor is het diverse gamma aan sites dat een lijntracé aansnijdt. Een pijpleiding beperkt zich immers niet tot nederzettingen en begravingen, ze legt alle menselijke activiteiten in het landschap bloot.
Om de wetenschappelijke waarde van die data uit lijntracés ook volledig te kunnen benutten, moet de methodiek van de archeologische opvolging en vooral de rapportering ervan nog verbeterd worden. Daarom bevat deze synthese enkele concrete aanbevelingen om dit in de toekomst aan te pakken. Hiervoor werd over de taal- en landsgrenzen heen gekeken, want ook daar vallen methodologische inzichten te oogsten.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: BEKE F., BARBAIX S., CRUZ F., VAESSEN R., HEIDBÜCHEL N., NOENS G., LANNOY B., RYCKEBUSCH L. & PHILIPSEN F. 2024: Met lijntracés dwars door archeologisch Vlaanderen. Een synthese van archeologisch onderzoek op 21 lijntracés in landelijk Vlaanderen en een evaluatie van de onderzoeksstrategieën, SYNTAR 23, Brussel.
Type: literatuur
Datum:
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Met lijntracés dwars door archeologisch Vlaanderen [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1084615 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.