Karakteristiek voor deze specifieke funeraire context is het quasi ontbreken van crematieresten in associatie met de brandresten een zeer ongunstige setting voor fysisch-antropologisch onderzoek, wat (ondanks het hoog aantal graven) hier dus onmogelijk kon worden uitgevoerd.
Er werden C14 dateringen uitgevoerd op de brandrestengraven
Paleo-ecologisch onderzoek: 5 bulkstalen voor onderzoek van botanische macroresten en houtskool. Het houtskoolonderzoek toont aan dat eik de voorkeurshoutsoort was voor de brandstapels van de onderzochte crematies. Het onderzoek wijst op het gebruik van goed gedroogd, hoogwaardig eikenhout van oude bomen.
Auteurs: Van den Hove, Peter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: VAN LIEFFERINGE N. & VAN ROY J. 2024: Eindverslag: De opgraving aan de Assesteenweg bij Steenvoorde (gem. Ternat), Archeo-rapport 598, Tienen.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: