Naar aanleiding van de aanleg van een fietssnelweg werd een archeologienota opgesteld.
In het noordelijk deel van het traject werd geen bodemlaag waar steentijdarcheologie teruggevonden kan worden aangetroffen, enkel het centrale en zuidelijk deel werden verder onderzocht.
Tijdens het verkennend archeologisch onderzoek werden 59 boringen geplaatst. In het zuidelijke deel is gebleken dat de bodem sterk verstoord is: de boringen die tot ca. 1 m diepte konden worden gezet vertonen een volledig verstoorde bodemopbouw, en de boringen die niet tot deze diepte konden worden uitgevoerd, stuitten allen op een ondoordringbare puinlaag.
Op basis van de boringen kunnen er in het centrale deel twee typeprofielen worden geïdentificeerd. Het eerste typeprofiel vertoont een bodemopbouw met bovenaan een humeuze A-horizont die de C-horizont afdekt. Het tweede type bestaan uit bovenaan een humeuze A-horizont die resten van een B-horizont afdekt. In twee aan elkaar grenzende boringen werden stukken vuursteen aangetroffen, waarvan niet met zekerheid kan gesteld worden of het om artefacten gaat.
Op basis van het verkennend archeologisch booronderzoek is een zone afgebakend rondom boringen de twee boringen voor het waarderend archeologisch booronderzoek. Er werd geen indicatie van een steentijdartefactensite aangetroffen.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: HEIRBAUT E.N.A., VAN EYCK B. & JENNES N. 2024: Vooronderzoek Fietssnelweg te Holsbeek. Deel I., LAReS rapport 957, Halle-Zoersel.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: