Proefsleuvenonderzoek in het kader van bouwkundige handelingen. Er werden op het onderzoeksgebied twee werkputten aangelegd met elk respectievelijk één kijkvenster. Werkput 1 bestaat uit een zuidwest-noordoostelijk georiënteerd deel dat verbonden is met een west-oost georiënteerd deel. Hier werden immers de twee meest westelijke werkputten uit het indicatief proefsleuvenplan met elkaar verbonden. Kijkvenster 1 bevindt zich in het oosten van werkput 1. Werkput 2 heeft een west-oostelijke oriëntatie. Kijkvenster 2 bevindt zich in het westen van werkput 2. De totale oppervlakte van de werkputten en kijkvensters bedraagt 166,39m2, goed voor een dekkingsgraad van 9,10% van het totale onderzoeksgebied (1.828,58m2). Het oostelijke deel van het onderzoeksgebied werd niet onderzocht aangezien het nog in gebruik was als particuliere tuin. Het westelijke gedeelte van het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van 1.333,45m2. Er kan aldus ook gesteld worden dat 12,48% van het westelijk gedeelte van het onderzoeksgebied werd onderzocht.
Er werden twee profielen gezet. Er werden geen monsters of staalnamen in het kader van natuurwetenschappelijk onderzoek genomen, aangezien er geen reden toe was.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: MILIS S. & LATHOUWERS D. 2024: Nota J. Van der Vorstlaan te Huldenberg (Vlaams-Brabant), 2024J351, Hasselt.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: