Voor geschikt materiaal voor 14C-dateringen, zoals verkoolde graankorrels, zijn bulkmonsters genomen. De bulkmonsters werden in emmers gedaan met een inhoud van 10 liter.
De residuen werden intern onderzocht op de aanwezigheid van dateerbaar materiaal om er een mogelijke radiokoolstofdatering op uit te voeren. Deze relevante residuen werden daaropvolgend opgestuurd ter waardering naar een externe specialist om uit te maken of de resten een relevante datering zouden opleveren (bv. selectie op houtsoort, jong hout, nootresten, verbrand bot).
Bij de positieve waardering van een residu werd het staal opgestuurd naar een labo voor de uitvoering van een radiokoolstofdatering.
M142 – S26024: Dit staal wordt tussen 210 en 340 (95,4%) gedateerd.
M18 – S3007: De radiokoolstofdatering van dit monster komt overeen met de verwachting op basis van het aardewerk. Met een waarschijnlijkheid van 71,3% dateert het spoor tussen 1300 en 1370. Met een iets lagere waarschijnlijkheid liggen de dateringen meer naar het einde van de 14de eeuw.
M22 – S3022: Hoewel dit en het voorgaande spoor waarschijnlijk deel uitmaken van dezelfde structuur (STR1), is de datering van deze paalkuil iets jonger. Het wordt tussen 1540 en 1640 (54,7%) geplaatst.
M51 – S1607: Op basis van een enkele scherf aardewerk in dit spoor, werd vermoed dat dit in de Romeinse periode gedateerd kon worden. De radiokoolstofdatering kan dit bevestigen, met een zekerheid van 95,4% is het spoor omstreeks 120 tot 250 te plaatsen, de minder nauwkeurige dateringen wijzen het eerder toe aan de tweede eeuw.
M53 – S16076: Ook hier kan het vermoeden op basis van het aanwezige aardewerk bevestigd worden. Dit spoor dateert tussen 120 en 240 (95,4%). Dit komt overeen met de datering van het nabijgelegen spoor 16071.
M108 – S26042: Dit spoor kan eveneens in de Romeinse periode geplaatst worden. De meest nauwkeurige datering valt tussen 120 en 260 (87,0%). De nauwere maar iets minder nauwkeurige dateringen wijzen op een datering meer op het einde van de derde eeuw.
M38 – S18072: De graankorrel uit dit spoor kan tussen 200 en 260 (56,9%), dit is opnieuw in dezelfde periode. De minder nauwkeurige dateringen komen meer uit op het einde van de derde eeuw.
Auteurs: Vander Cruyssen, Margot
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba
Bron: Vander Cruyssen M. e.a. 2024: Eindverslag opgraving. Leuven, Kaboutermansstraat Burenberg, BAAC Vlaanderen Rapport 2740, Gent. Bijlage 21: Rapport Koolstofdateringen
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: