Een fysisch antropologisch onderzoek werd uitgevoerd op negen individuen die werden opgegraven ter voorbereiding van werkzaamheden in het stadhuis te Eeklo.
Van elk individu werd een biologisch profiel opgesteld. Het ging om vier mannen; één vrouw en vier individuen waarvan het geslacht niet kon bepaald worden. De populatie was zeer jong.
Er werden drie jongvolwassenen, twee adolescenten en een jong kind aangetroffen.
Daarnaast konden twee individuen hoogstens als ‘volwassene’ worden geïnterpreteerd.
De populatie was met een gemiddelde lengte van 175,5cm vrij groot voor de middeleeuwse tot vroegmoderne periode. De grote lichaamslengte wordt gelinkt aan goede levensomstandigheden met weinig fysiologische stress.
Dit resultaat contrasteert met het relatief frequent voorkomen van andere (fysiologische) stressmarkers: drie individuen vertoonden Cribra Orbitaria (CO) en drie individuen vertoonden lineaire enamel hypoplasie (LEH). Blijkbaar verhindert -in het geval van Eeklo- het voorkomen van bloedarmoede (gelinkt aan CO) en fysiologische stress tijdens de vroege kindertijd (gelinkt aan LEH) geen grote lichaamslengte. De populatie had voor zijn jonge leeftijd sterk te leiden onder tandbederf of cariës.
Opvallend is dat één van de begravingen (S66) een ventrale (op de buik) grafpositie had.
Auteurs: Martens, Marleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: DERWEDUWEN N. & VERHAEVERT K. 2024: Archeologische opgraving Eindverslag Eeklo Stadhuis (prov. Oost-Vlaanderen), Ingelmunster.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: