Het archeologische werk begon met opgravingen van BAAC Vlaanderen op sites zoals Beveren-LPWW, Moerbeke-Terwest en Heindonk-Tien Vierendelen. Deze locaties, gelegen in en rond de Scheldepolders, leverden duizenden lithische artefacten op, stenen werktuigen die een uniek inkijkje geven in het dagelijks leven van jagers-verzamelaars.
BAAC Vlaanderen nam de leiding in de technologische en morfologische analyse van deze artefacten. Ze onderzochten met welke technieken men destijds stukken vuursteen kon omvormen tot bruikbaar gereedschap. Hun werk bracht de variatie in werktuigproductie aan het licht en toont hoe grondstoffen hiervoor werden verzameld en bewerkt.
De samenwerking met TraceoLab zorgde voor een diepgaande blik op het gebruik van deze werktuigen. Dankzij functionele analyse, waarbij microscopische gebruikssporen worden onderzocht, ontdekten de onderzoekers waarvoor de werktuigen precies gediend hebben. Daarnaast onthulde residuanalyse, het onderzoek van de resten die achterbleven op het gevonden materiaal, dat de bewoners van de Beneden-Scheldepolders hun gereedschap gebruikten om planten te verwerken.
De analyses tonen aan dat het dagelijkse leven van deze jagers-verzamelaars heel veelzijdig was. Naast de jacht speelden ambachtelijke taken, zoals het verwerken van plantenvezels voor voedsel, textiel of gereedschap, een belangrijke rol. Dit verrijkt ons beeld van de steentijd en benadrukt hoe goed deze gemeenschappen hun omgeving wisten te benutten. Er gebeurde duidelijk veel meer dan enkel jachtwild versnijden.
Auteurs: Cnuts, Dries
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: TOMASSO S., CNUTS D., PERDAEN Y. & ROTS V. 2024: Van micro naar macro: de aanwezigheid van mesolithische jagers-verzamelaarsgroepen in de regio van de Beneden-Schelde begrijpen door middel van techno-functioneel onderzoek, SYNTAR 27, Brussel.
Type: literatuur
Datum: