In het kader van het archeologisch onderzoek van de site Zandhoven-Bruggestraat is de gebruikslaag van een waterkuil uit de ijzertijd bemonsterd voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Na waardering is een palynologisch staal verder geanalyseerd. Het pollenonderzoek geeft aan dat het landschap ten tijde van het gebruik van de waterkuil vrij sterk bebost is geweest. De sterkste mate van bebossing was in de beekdalen van de Molenbeek en de Klein Wilboerebeek, waar elzenrijke beekbegeleidende bossen en broekbossen lagen. Ook in lokale depressies kunnen zich broekbossen hebben gevormd. Lokale vorming van hoogveen is eveneens mogelijk. Op de hogere gronden was sprake van een wastinelandschap met open bossen en heggen afgewisseld met grasland en heide. Hier en daar kunnen ook nog dichtere, meer schaduwrijke bosrestanten hebben gestaan. Het gehele landschap werd benut voor veeteelt, waardoor in het verleden de ooit dichte bossen waren gedegenereerd tot een wastinelandschap. Er zijn aanwijzingen voor grasland in zowel de drogere marginale gronden als de nattere beekdalen. Er is een palynologisch signaal voor akkerbouw aanwezig, maar dit is vrij zwak. Toch is het voldoende om aan te nemen dat er graanakkers nabij de nederzetting hebben gelegen.
Auteurs: Pepermans, Jeska; van der Meer, Wouter; Jennes, Niels
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Indar
Bron: PEPERMANS J. & JENNES N. 2025: Sporen uit de ijzertijd: Eindrapport van een opgraving ter hoogte van de Bruggestraat te Zandhoven, Rapport Nr. 22-0631AO, Beerse.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: