Om meer inzicht te krijgen in de vorm, omvang en opbouw van de Bocholter Graven is een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd conform de Code van Goede Praktijk, versie 2.0. Daarnaast waren karterende boringen en drie proefputten (1x1m) voorzien om dateerbaar materiaal te verzamelen. Dankzij het verkregen voortschrijdend inzicht over de complexe vulling van de grachten, werd echter duidelijk dat het geen zin had om met boringen naar dateerbaar materiaal te zoeken, omdat onmogelijk exact genoeg bepaald kon worden welke laag bemonsterd werd. Daarom is in overleg met de opdrachtgever besloten om de geplande karterende boringen te laten vervallen en in te zetten als landschappelijke boringen. Verder bleek het gezien de breedte en diepte van de grachten weinig zinvol om proefputten van 1x1 meter te graven en is in het veld besloten de proefputten naast elkaar in te zetten voor het graven van een langere profielsleuf.
Uiteindelijk is het volgende uitgevoerd:
Twee raaien (A en B) met 49 landschappelijke boringen over de “Graven”. Uitgangspunt was boringen om de 5 meter, maar waar nodig zijn tussenboringen gezet om meer inzicht te krijgen in de breedte van de grachten.
Idem twee raaien (C en D) met 37 boringen over de oostelijker gelegen “Graft”.-Zes karterende boringen in de meest noordoostelijke van de “Graven”.
Twee profielsleuven met een totale lengte van ruim 10 meter profielwand.
De eerste sleuf is gegraven over de zuidelijkste van de “Graven”. In de sleuf is het noordoost-zuidwest profiel gedocumenteerd (profiel 121).
De tweede sleuf is gegraven over de oostelijkste gracht van de “Graft”. In de sleuf is het oost-west profiel gedocumenteerd (profiel 231)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Archeologisch vooronderzoek Napoleonsdijk [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/215370 (geraadpleegd op ).