Het programma van maatregelen bleek in de praktijk niet uitvoerbaar.
De gemeente heeft de aannemer opgelegd dat deze moet werken volgens het ‘minder hinder principe’. Dit houdt in dat (delen van) de wegkoffer zo lang als mogelijk te gebruiken moeten zijn voor omwonenden. Zodoende werd ter hoogte van het middendeel van de wegkoffer op voorhand alleen de asfaltlaag opgebroken en afgevoerd. De onderliggende steenpuinlaag hield de zone nog begaanbaar. Er werd dus voorafgaand aan het leggen van de riolering geen sporenvlak aangelegd.
Tijdens de werfbegeleiding zijn drie locaties onderzocht met een totale oppervlakte van 1.232 m². Het vlak werd aangelegd in de top van de C-horizont.