Gebeurtenis

Inventarisatie bouwkundig erfgoed Meulebeke

geografische inventarisatie
ID
342
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/342

Beschrijving

De inventaris van het bouwkundig erfgoed in Meulebeke werd opgemaakt in 2007-2008. Een inventaristeam van de Afdeling Monumenten en Landschappen inventariseerde van juni 2007 tot juni 2008 op basis van veldwerk en fotografische registratie 310 panden en constructies met erfgoedwaarde. Op basis van archief- en literatuuronderzoek schreef men de inventaristeksten uit. De gegevens werden verspreid in 2008 via een onuitgegeven papieren bundel in de reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Het project werd gefinaliseerd in 2009 met het publiceren van de inventaristeksten op de inventariswebsite.

Op 1 januari 2025 fusioneren Tielt en Meulebeke tot de gemeente Tielt. De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in deze gemeenten gebeurde lang voor deze fusie, en wordt daarom in twee aparte gebeurtenissen besproken.

Context en doelstelling

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Meulebeke situeert zich aan het eindpunt van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. In het jaar 2000 valt de beslissing de boekenreeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen stop te zetten. Vanaf 1975 verschenen alle in Vlaanderen opgemaakte inventarissen bouwkundig erfgoed in deze boekenreeks. In totaal publiceerde men 56 boekvolumes, waarin de inventarissen van 243 van de toen 308 Vlaamse gemeenten verschenen. De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant werkte men helemaal af binnen deze reeks. In Oost-Vlaanderen moest men nog de inventarissen van 22 gemeenten opmaken, in West-Vlaanderen nog van 43 gemeenten, waaronder Meulebeke. Die inventarissen zijn niet meer in boekvorm gepubliceerd maar stelde men rechtstreeks op de inventariswebsite van de Afdeling Monumenten en Landschappen ter beschikking. Zo goed als alle inventarissen van de 43 West-Vlaamse gemeenten werden door de Afdeling Monumenten en Landschappen uitgevoerd, die daarvoor ook externe onderzoekers inschakelde.

In West-Vlaanderen streefde men naar een optimale ontsluiting van de inventarisgegevens naar geïnteresseerden en naar lokale besturen toe. De teams zorgden voor een snelle publicatie van hun teksten en foto’s op de inventariswebsite, en kozen ervoor de gegevens per gemeente ook op papier aan te bieden, in eenvoudige, afgeprinte en geringde A4-bundels. Deze documenten werden nooit uitgegeven, maar konden besteld worden bij de administratie. De 43 resterende gemeenten werden tussen 2001 en 2011 verzameld in 50 genummerde bundels. Omdat de deelgemeenten van Brugge deels een eigen volgnummer kregen, is er een discrepantie tussen aantal volgnummers en aantal gemeenten. De inventaris van Meulebeke werd in 2008 verspreid onder het volgnummer WVL38. Alle teksten en beelden werden kort daarna op de inventariswebsite ontsloten.

Zeer interessant bij die gedrukte bundels is vierde doelstelling die men bij elk West-Vlaamse deel insloot. Van het eerste tot het laatste gepubliceerde boekdeel van Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen lazen we dat:

  • de inventaris het uitgangspunt vormde voor beschermingen,
  • een gids is voor de architectuur in de streek,
  • en een uitgangspunt voor verder wetenschappelijk onderzoek.

Daar wordt in alle apart gedrukte bundels een vierde doelstelling aan toegevoegd:

  • de inventaris wil een hulpmiddel zijn voor het gemeentelijk beleid betreffende het architecturaal patrimonium.

Methodologie

Ook voor de laatste reeks inventarissen in West-Vlaanderen hield men vast aan de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. Veldwerk vanop de openbare weg bleef de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnamen vulden elkaar aan.

Bij de eerste inventarissen maakte men de beschrijving op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. De onderzoekers konden zich voor de geschiedenis van Meulebeke baseren op de publicaties en het archief van de heemkundige kring. Als hulpbron werd gebruik gemaakt van historisch kaartmateriaal, onder meer de Ferrariskaart (1770- 1778), de Atlassen der Buurtwegen (1843-1845) en de P.C. Popp-kaart (circa 1850). Men consulteerde de originele stukken bewaard in de rijksarchieven van Gent en Kortrijk en nam de bouwaanvragen door die bewaard waren in het gemeentearchief van Meulebeke. De op die manier verzamelde bouwhistorische achtergrondinformatie kon de gebouwen in hun context situeren, hun vroegere functie en evolutie belichten, en op die manier de erfgoedwaarde extra motiveren.

Aanvankelijk nam men bij de inventarisatie het arrondissement als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek, de selectie en de publicatie in boekdelen. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventarissen per arrondissement al snel niet meer haalbaar, waardoor men overschakelde naar kantons. Toen men rond 2000 stopte met de publicatie van de inventarissen in de boekenreeks, liet men ook de afbakening per kanton varen. De inventarissen werden per gemeente opgemaakt, afgewerkt en gepubliceerd op de inventariswebsite.

De beschrijving van het erfgoed in deze gemeentelijke inventarissen bleef gebeuren volgens het stramien uit de inventarismethodologie. Sinds de jaren 1990 werden die, mee evoluerend met de professionalisering van de monumentenzorg, steeds uitgebreider en gespecialiseerder. Historiek, context, volume, materialen en details kregen een plaats in de gestructureerde beschrijving. De contextuele aanpak die in de jaren 1990 werd uitgewerkt, met introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen, werd eveneens aangehouden. In Meulebeke maakten de onderzoekers een gemeente-inleiding en beschrijvingen van de straten waar men erfgoed registreerde.

Waarden en criteria voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed

Men selecteert panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De selectie en registratie van het bouwkundig erfgoed in Meulebeke gebeurde in 2007-2008. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 wordt bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er is grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van een bepaalde gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, kregen systematisch hun plaats in de inventarissen. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden. Een chronologische limiet wordt sinds het decreet van 1976 volledig achterwege gelaten. Verder hield men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.

Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaarde-afweging van een groep van gebouwen of objecten per regio of per type. Hoewel de inventaris van Meulebeke formeel als een apart project is gepubliceerd op de inventariswebsite, gebruikte het inventaristeam bij de selectie van het erfgoed de inventarisgegevens uit de toen lopende inventarisprojecten in omliggende gemeenten om een weloverwogen en ruim selectiekader te creëren.

Op vlak van selectie op basis van de waarden en criteria bij de vanaf 2000 los verspreide bundels in West-Vlaanderen bevat de verantwoording die men bij elk West-Vlaamse deel insloot een interessante passage. Daar lezen we een aantal principiële wijzigingen tegenover de selectie van bouwkundig erfgoed letterlijk af. In de gedrukte boeken hield men tot op het einde grotendeels vast aan een chronologische grens van 1940, maar schaars uitgebreid met voorbeelden van meer recente architectuur. Bij de inventaris “nieuwe stijl” liet men deze limiet vallen: “Er bestaat in principe geen chronologische limiet voor de opname in de inventaris.” De collectie 20ste-eeuwse architectuurtijdschriften die de bibliotheekcollega’s ontsloten, gaf een basis voor een ruimere, beter onderbouwde selectie van recente, ook naoorlogse architectuur. Een andere limiet die wegviel was die van het maximaal aantal lettertekens per gepubliceerd boekdeel. In een online publicatievorm konden alle panden en constructies met erfgoedwaarde een eigen fiche krijgen in de gemeentelijke inventaris. Een merkbaar verschil is dat men daardoor ook voorbeelden van eerder bescheiden, alomtegenwoordige erfgoedtypes selecteerde als apart erfgoedobject, terwijl die bij een publicatie in boekvorm doorgaans in een straatinleiding werden verwerkt. Deze evolutie van ruimere selectie van representatieve, bescheiden basisbebouwing met erfgoedwaarde dient gekaderd te worden in de steeds groeiende aandacht voor nieuwe architectuurtypes in de wetenschappelijke wereld. Ook het toen zeer positieve klimaat ten opzichte van erfgoed en monumentenzorg maakte de aandacht voor kleinere, bescheiden erfgoedtypes in die tijd vanzelfsprekend.

Door een ruime blik op literatuur en archief en gevoed door collega’s uit andere teams, werden begin 21ste eeuw steeds meer erfgoedtypes geselecteerd voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. De specialist industrieel erfgoed gaf per gemeente tips en documentatie mee aan de inventaristeams. In Limburg en Vlaams-Brabant liepen in die tijd de inventarisaties van historische tuinen en parken. Dit project inspireerde de bouwkundigen in West-Vlaanderen om waardevolle tuinen en parken mee op te nemen in de beschrijving van de bouwkundige objecten die ze selecteerden.

Inventaris bouwkundig erfgoed in Meulebeke

Op basis van de decretale waarden en criteria selecteerde een inventaristeam in 2007-2008 in Meulebeke 310 panden en constructies met erfgoedwaarde voor opname in de inventaris. Om deze erfgoedobjecten te kaderen in hun omgeving werden 122 straatinleidingen opgemaakt.

Meulebeke heeft een concentrische, historische dorpskern met centraal gelegen marktplein. Net ten zuidwesten ervan bevindt zich het kasteel Ter Borcht, met middeleeuwse kern en 19de-eeuws neoclassicistisch uitzicht, te midden van een domein met boogbruggen, toegangstorentjes, restanten van omwalling, motte, grachten en tuinen. In het centrum bevindt zich het oudste bouwkundig erfgoed van Meulebeke, opklimmend tot de 18de eeuw, bijvoorbeeld het Oud Gemeentehuis. De inventaris bevat enkele laat-classicistische heren- of burgerhuizen; opmerkelijk is de imposante, 19de-eeuwse brouwerswoning in de Tieltstraat. Talrijker zijn de representatieve voorbeelden van 19de- en begin 20ste-eeuwse burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl. Enkele openbare gebouwen in laat- of neoclassicistische stijl zijn het stationsgebouw, de congregatiezaal, de Veldschool, de kerk Sint-Leo en Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en de basisscholen met kloostergebouw van de wijken Marialoop en de Paanders. De neogotische stijl is vertegenwoordigd in de Sint-Amanduskerk, de resten van een schoolkapel en enkele grote kapellen. De inventaris bevat representatieve voorbeelden van de eenvoudige basisbebouwing uit 19de en begin 20ste eeuw, onder meer herbergen met afgeschuinde hoektravee. Enkele eclectische burgerhuizen en een zeldzame interpretatie van art-nouveaustijl maken deel uit van de inventaris. De interbellumarchitectuur opgenomen in de inventaris is eerder conventioneel, met weinig zuivere art-decostijlkenmerken, met uitzondering van onder meer villa Zandvlugge.

Door bombardementen die Meulebeke teisteren tijdens de Tweede Wereldoorlog is wederopbouwarchitectuur goed vertegenwoordigd in de inventaris, met een aantal gebouwen met hoge erfgoedwaarde, onder meer een woning naar ontwerp van Charles Hoge, het gemeentehuis met brandweerkazerne, de directeurswoning van de textielfabriek Libeert en de eigen woning van architect Albert Crop. Men nam ook enkele ontwerpen van vrijstaande eengezinswoningen daterend uit de jaren 1960-1970 op in de inventaris.

In het dorpscentrum zijn restanten van het historische brouwerijverleden terug te vinden, namelijk brouwerij Vondel en de 19de-eeuwse kelder van brouwerij Goethals. Opmerkelijk zijn de vele bouwkundige getuigen van de vlasnijverheid, met zowel woonhuizen van vlasverwerkers, -koopmannen of -fabrikanten, talrijke schuren en enkele zwingelarijen, en roterijgebouwen.

In het buitengebied bevinden zich landarbeiderswoningen, veelal achterin gelegen en opgevat als twee- of driewoonsten. Het inventaristeam registreerde hoeves waarvan de sites minimaal opklimmen tot de 17de eeuw, met gebouwen uit de 18de, 19de en 20ste eeuw. Typerend voor de regio zijn de half ondergrondse, koepelvormige aardappelkelders. De enige windmolen die overblijft is de in de 20ste eeuw heropgebouwde Herentmolen. Verspreid over het hele grondgebied werden veel 19de- en 20ste-eeuwse wegkapellen geregistreerd, opmerkelijk vaak in neoclassicistische stijl, en talrijke gevel- en boomkapellen en herdenkings- of calvariekruisen.

  • CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Meulebeke [online], https://id.erfgoed.net/themas/14735 (geraadpleegd op 28 augustus 2024).
  • HOOFT E. 2021: Inventariseren van bouwkundig erfgoed in Vlaanderen. Historiek, methodologie, doelstellingen en resultaten, Onderzoeksrapporten Agentschap Onroerend Erfgoed 196, 37-44 [online], https://doi.org/10.55465/MMYM4330 (geraadpleegd op 28 augustus 2024).
  • KENNES H. 2020: Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/103 (geraadpleegd op 28 augustus 2024).

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Is deel van

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Meulebeke [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/342 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.