De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Dentergem en deelgemeenten Markegem, Oeselgem en Wakken gebeurde in 2006-2007. Een inventaristeam van de Afdeling Monumenten en Landschappen inventariseerde en beschreef van april tot november 2006 in Dentergem en deelgemeenten 317 panden en constructies met erfgoedwaarde. De gegevens werden in 2007 verspreid via een papieren bundel binnen de reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Het project werd in hetzelfde jaar gefinaliseerd met het publiceren van de teksten en beelden op de inventariswebsite.
De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Dentergem situeert zich op het einde van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. In het jaar 2000 valt de beslissing de boekenreeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen stop te zetten. Vanaf 1975 verschenen alle in Vlaanderen opgemaakte inventarissen bouwkundig erfgoed in deze boekenreeks. In totaal publiceerde men 56 boekvolumes, waarin de inventarissen van 243 van de toen 308 Vlaamse gemeenten verschenen. De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant werkte men helemaal af binnen deze reeks. In Oost-Vlaanderen moest men nog de inventarissen van 22 gemeenten opmaken, in West-Vlaanderen nog van 43 gemeenten, waaronder Dentergem. Die inventarissen zijn niet meer in boekvorm gepubliceerd maar stelde men rechtstreeks op de inventariswebsite van de Afdeling Monumenten en Landschappen ter beschikking.
In West-Vlaanderen streefde men naar een optimale ontsluiting van de inventarisgegevens naar geïnteresseerden en naar lokale besturen toe. De teams zorgden voor een snelle publicatie van hun teksten en foto’s op de inventariswebsite, en kozen ervoor de gegevens per gemeente ook op papier aan te bieden, in eenvoudige, afgeprinte en geringde A4-bundels. Deze documenten werden nooit uitgegeven, maar konden besteld worden bij de administratie. De 43 resterende gemeenten werden tussen 2001 en 2011 verzameld in 50 genummerde bundels. Omdat de deelgemeenten van Brugge deels een eigen volgnummer kregen, is er een discrepantie tussen aantal volgnummers en aantal gemeenten. De inventaris van Dentergem werd in 2007 verspreid onder het volgnummer WVL32. Alle teksten en beelden werden in hetzelfde jaar op de inventariswebsite ontsloten.
Zeer interessant bij die gedrukte bundels is de vierde doelstelling die men bij elk West-Vlaams deel insloot. Van het eerste tot het laatste gepubliceerde boekdeel van Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen lazen we dat:
Daar wordt in alle apart gedrukte bundels een vierde doelstelling aan toegevoegd:
Ook voor de laatste inventarissen in West-Vlaanderen hield men vast aan de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. Veldwerk vanop de openbare weg bleef de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnamen vulden elkaar aan.
Bij de eerste inventarissen maakte men de beschrijving op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. Voor Dentergem zocht men de mutatieschetsen op in het kadaster voor de historische panden en werd gebruik gemaakt van historisch kaartmateriaal als de Ferrariskaart (1770-1778), de verschillende landboeken van Dentergem en deelgemeenten, de P.C. Poppkaart (circa 1850-1856) en de Atlas der Buurtwegen (circa 1843-1846). Daarnaast werd gebruik gemaakt van het archief van het kadaster te Brugge, het rijksarchief van Kortrijk en het gemeentearchief van Dentergem.
Aanvankelijk nam men bij de inventarisatie het arrondissement als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek, de selectie en de publicatie in boekdelen. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventarissen per arrondissement al snel niet meer haalbaar, waardoor men overschakelde naar kantons. Toen men rond 2000 stopte met de publicatie van de inventarissen in de boekenreeks, liet men ook de afbakening per kanton varen. De inventarissen werden per gemeente opgemaakt, afgewerkt en gepubliceerd op de inventariswebsite.
De beschrijving van het erfgoed in deze gemeentelijke inventarissen bleef gebeuren volgens het stramien uit de inventarismethodologie. Sinds de jaren 1990 werden die, mee evoluerend met de professionalisering van de monumentenzorg, steeds uitgebreider en gespecialiseerder. Historiek, context, volume, materialen en details kregen een plaats in de gestructureerde beschrijving. De contextuele aanpak die in de jaren 1990 werd uitgewerkt, met introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen, werd eveneens aangehouden.
Men selecteert panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De selectie en registratie van het bouwkundig erfgoed in Dentergem gebeurde van april tot november 2006. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 wordt bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er is grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van een bepaalde gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, kregen systematisch hun plaats in de inventarissen. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden. Een chronologische limiet wordt sinds het decreet van 1976 volledig achterwege gelaten. Verder hield men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.
Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaarde-afweging van een groep van gebouwen of objecten per regio of per type. Hoewel de inventaris van Dentergem formeel als een apart project is gepubliceerd op de inventariswebsite, gebruikte het inventaristeam bij de selectie van het erfgoed de inventarisgegevens uit de toen lopende inventarisprojecten in omliggende gemeenten om een weloverwogen en ruim selectiekader te creëren.
Op vlak van selectie op basis van de waarden en criteria bij de vanaf 2000 los verspreide bundels in West-Vlaanderen bevat de verantwoording die men bij elk West-Vlaamse deel insloot een interessante passage. Daar lezen we een aantal principiële wijzigingen tegenover de selectie van bouwkundig erfgoed letterlijk af. In de gedrukte boeken hield men tot op het einde grotendeels vast aan een chronologische grens van 1940, maar schaars uitgebreid met voorbeelden van meer recente architectuur. Bij de inventaris “nieuwe stijl” liet men deze limiet vallen: “Er bestaat in principe geen chronologische limiet voor de opname in de inventaris.” De collectie 20ste-eeuwse architectuurtijdschriften die de bibliotheekcollega’s ontsloten, gaf een basis voor een ruimere, beter onderbouwde selectie van recente, ook naoorlogse architectuur. Een andere limiet die wegviel was die van het maximaal aantal lettertekens per gepubliceerd boekdeel. In een online publicatievorm konden alle panden en constructies met erfgoedwaarde een eigen fiche krijgen in de gemeentelijke inventaris. Een merkbaar verschil is dat men daardoor ook voorbeelden van eerder bescheiden, alomtegenwoordige erfgoedtypes selecteerde als apart erfgoedobject, terwijl die bij een publicatie in boekvorm doorgaans in een straatinleiding werden verwerkt. Deze evolutie van ruimere selectie van representatieve, bescheiden basisbebouwing met erfgoedwaarde dient gekaderd te worden in de steeds groeiende aandacht voor nieuwe architectuurtypes in de wetenschappelijke wereld. Ook het toen zeer positieve klimaat ten opzichte van erfgoed en monumentenzorg maakte de aandacht voor kleinere, bescheiden erfgoedtypes in die tijd vanzelfsprekend.
Door een ruime blik op literatuur en archief en gevoed door collega’s uit andere teams, werden begin 21ste eeuw steeds meer erfgoedtypes geselecteerd voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. De specialist industrieel erfgoed gaf per gemeente tips en documentatie mee aan de inventaristeams. In Limburg en Vlaams-Brabant liepen in die tijd de inventarisaties van historische tuinen en parken. Dit project inspireerde de bouwkundigen in West-Vlaanderen om waardevolle tuinen en parken mee op te nemen in de beschrijving van de bouwkundige objecten die ze selecteerden.
Op basis van deze waarden en criteria inventariseerde men in 2006-2007 in Dentergem en deelgemeenten Markegem, Oeselgem en Wakken 317 panden en constructies met erfgoedwaarde. De inventaris geeft ons een beeld van een landelijke gemeente waarvan het uitzicht hoofdzakelijk wordt gekenmerkt door een verspreide landelijke bebouwing met plaatselijk sterker geconcentreerde woningbouw. In de inventaris vinden we talrijke voorbeelden van representatieve hoevebouw met losse bestanddelen. Vaak zijn het historische hoeves die in kern kunnen teruggaan tot de 17de of 18de eeuw. Dikwijls zijn de gebouwen in de loop van de 20ste eeuw aangepast of vernieuwd. In de dorpskernen is de architectuur eerder bescheiden, bestaande uit eenvoudige burger- of arbeiderswoningen. In Wakken en langs de Statiestraat in Dentergem staan een aantal kwaliteitsvolle burger- of herenhuizen die in kern teruggaan tot de 18de eeuw. Van de vlasbouw in de 19de en 20ste eeuw zijn slechts een aantal getuigen bewaard zoals roterijen en vlasschuren. Hetzelfde geldt voor de productie van cichorei waarvan enkele asten zijn overgebleven.
De hoofdgemeente Dentergem beslaat het noordelijke deel van het grondgebied en bevat 97 voorbeelden van bouwkundig erfgoed. De bebouwing is geconcentreerd rondom de drie invalswegen die kruisen in de kern. Opvallend, gelegen aan het kerkplein, is de neogotische parochiekerk.
Markegem heeft nog steeds de uitstraling van een verstild dorp rond de centraal gelegen kerk. De bewoning is beperkt en verspreid gebleven. 43 panden en constructies werden opgenomen in de inventaris. De oudste materiële sporen zijn terug te vinden in de vorm van omwallingen van een aantal historische hoeves, die echter sterk aangepast werden in de 20ste eeuw.
De dorpskom van Oeselgem strekt zich uit langs de oude meanders van de Leie. 45 panden en constructies getuigen van het landelijke karakter van deze deelgemeente. De historisch bebouwing in de dorpskern is verloren gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een aantal voorbeelden van wederopbouwwoningen zijn opgenomen in de inventaris.
In Wakken werd het grootste aantal erfgoedwaardige panden en constructies geregistreerd, 133 in totaal. Wakken heeft stedelijke allures onder meer weerspiegeld in de Wapenplaats, die deel uitmaakt van een beschermd dorpsgezicht. De historische kern situeert zich rond de laatclassicistische Sint-Petrus en Catharinakerk, opvallend gelegen aan het kerkplein met daartegenover het kasteel. Het kasteel, met centrale ligging in de dorpskern, heeft altijd in belangrijke mate het uitzicht ervan bepaald.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Dentergem [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/845 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.