Gebeurtenis

Inventarisatie bouwkundig erfgoed Blankenberge

geografische inventarisatie
ID
909
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/909

Beschrijving

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Blankenberge en deelgemeente Uitkerke gebeurde in 2001. Een inventaristeam van de toenmalige Afdeling Monumenten en Landschappen inventariseerde van oktober 2001 tot januari 2002 op basis van veldwerk en fotografische registratie in Blankenberge en Uitkerke 283 panden en constructies met erfgoedwaarde. De gegevens werden in 2003 verspreid via een papieren, niet uitgegeven bundel, binnen de reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Het project werd gefinaliseerd in 2008 met het publiceren van de inventaristeksten op de inventariswebsite.

Context en doelstelling

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Blankenberge situeert zich in de eindperiode van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. In het jaar 2000 valt de beslissing de boekenreeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen stop te zetten. Vanaf 1975 verschenen alle in Vlaanderen opgemaakte inventarissen bouwkundig erfgoed in deze boekenreeks. In totaal publiceerde men 56 boekvolumes, waarin de inventarissen van 243 van de toen 308 Vlaamse gemeenten verschenen. De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant werkte men helemaal af binnen deze reeks. In Oost-Vlaanderen moest men nog de inventarissen van 22 gemeenten opmaken, in West-Vlaanderen nog van 43 gemeenten. De inventaris van Blankenberge was daar één van. Die inventarissen zijn niet meer in boekvorm gepubliceerd maar stelde men rechtstreeks op de inventariswebsite van de Afdeling Monumenten en Landschappen ter beschikking.

In West-Vlaanderen streefde men naar een optimale ontsluiting van de inventarisgegevens naar geïnteresseerden en naar lokale besturen toe. De teams zorgden voor een snelle publicatie van hun teksten en foto’s op de inventariswebsite, en kozen ervoor de gegevens per gemeente ook op papier aan te bieden, in eenvoudige, afgeprinte en geringde A4-bundels. Deze documenten werden nooit uitgegeven, maar konden besteld worden bij de administratie. De 43 resterende gemeenten werden tussen 2001 en 2011 verzameld in 50 genummerde bundels. Omdat de deelgemeenten van Brugge deels een eigen volgnummer kregen, is er een discrepantie tussen aantal volgnummers en aantal gemeenten. De inventaris van Blankenberge werd in 2003 verspreid onder het volgnummer WVL2. Alle teksten en beelden werden op de inventariswebsite ontsloten in 2008.

Zeer interessant bij die gedrukte bundels is de vierde doelstelling die men bij elk West-Vlaams deel insloot. Van het eerste tot het laatste gepubliceerde boekdeel van Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen lazen we dat:

  • de inventaris het uitgangspunt vormde voor beschermingen,
  • een gids is voor de architectuur in de streek
  • en een uitgangspunt voor verder wetenschappelijk onderzoek.

Daar wordt in alle apart gedrukte bundels een vierde doelstelling aan toegevoegd:

  • de inventaris wil een hulpmiddel zijn voor het gemeentelijk beleid betreffende het architecturaal patrimonium.

Methodologie

Ook voor de laatste reeks inventarissen in West-Vlaanderen hield men vast aan de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. Veldwerk vanop de openbare weg bleef de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnamen vulden elkaar aan.

Aanvankelijk nam men het arrondissement als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek, de selectie en de publicatie in boekdelen. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventarissen per arrondissement al snel niet meer haalbaar, waardoor men overschakelde naar kantons. Toen men rond 2000 stopte met de publicatie van de inventarissen in de boekenreeks, liet men ook de afbakening per kanton varen. De inventarissen werden per gemeente opgemaakt, afgewerkt en gepubliceerd op de inventariswebsite.

De beschrijving van het erfgoed in deze gemeentelijke inventarissen bleef gebeuren volgens het stramien uit de inventarismethodologie. Sinds de jaren 1990 werden die, mee evoluerend met de professionalisering van de monumentenzorg, steeds uitgebreider en gespecialiseerder. Bij de eerste inventarissen maakte men de beschrijving op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. Deze bouwhistorische achtergrondinformatie kon de gebouwen in hun context situeren, hun vroegere functie en evolutie belichten, en op die manier de erfgoedwaarde extra motiveren. De inventaris van Blankenberge wijkt van deze evolutie af, en bevat korte, louter typerende teksten. In een poging om de resterende 43 gemeenten zo snel mogelijk te inventariseren, ging men in West-Vlaanderen voor de eerste nieuwe inventarissen na 2000 een experiment aan. Men greep terug naar de basisprincipes van de snelinventarisatie: de beschrijving gebeurde enkel op basis van de visuele registratie van de gevel, literatuuronderzoek bleef beperkt, archiefonderzoek werd gereduceerd tot het minimum. Uit een korte typering per pand moest blijken waarom dit werd geselecteerd. Bij Blankenberge werd beperkt kadasteronderzoek gedaan, vooral gericht op die gebouwen waarvoor men een bescherming voorzag. De gegevens uit de bestaande algemene literatuur over de gemeente werden toch aangevuld met archiefonderzoek van de historische bouwaanvragen die beschikbaar waren in het gemeentelijk archief van Blankenberge.

Behalve voor Blankenberge, werd die snelle werkwijze ook in Knokke-Heist en Oudenburg uitgetest. Deze werkwijze werd daarna verlaten, omdat het moeilijk bleek de erfgoedwaarde correct in te schatten op basis van louter visuele registratie, zeker in functie van een verdere doorvertaling naar een beschermingspakket. Men beschouwde het als een te groot kwaliteitsverlies, en verliet deze werkwijze na deze drie gemeenten.

De contextuele aanpak die in de jaren 1990 werd uitgewerkt, met introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen, werd wel aangehouden voor Blankenberge, Oudenburg en Knokke-Heist.

Waarden en criteria voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed

Men selecteert panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De selectie en registratie van het bouwkundig erfgoed in Blankenberge gebeurde van oktober 2001 tot januari 2002. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 wordt bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er is grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van een bepaalde gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, kregen systematisch hun plaats in de inventarissen. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden. Een chronologische limiet wordt sinds het decreet van 1976 volledig achterwege gelaten. Verder hield men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.

Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaarde-afweging van een groep van gebouwen of objecten per regio of per type. Hoewel de inventaris van Blankenberge formeel als een apart project is gepubliceerd op de inventariswebsite, gebruikte het inventaristeam bij de selectie van het erfgoed de inventarisgegevens uit de toen lopende inventarisprojecten in omliggende gemeenten om een weloverwogen en ruim selectiekader te creëren.

Op vlak van selectie op basis van de waarden en criteria bij de vanaf 2000 los verspreide bundels in West-Vlaanderen bevat de verantwoording die men bij elk West-Vlaamse deel insloot een interessante passage. Daar lezen we een aantal principiële wijzigingen tegenover de selectie van bouwkundig erfgoed letterlijk af. In de gedrukte boeken hield men tot op het einde grotendeels vast aan een chronologische grens van 1940, maar schaars uitgebreid met voorbeelden van meer recente architectuur. Bij de inventaris “nieuwe stijl” liet men deze limiet vallen: “Er bestaat in principe geen chronologische limiet voor de opname in de inventaris.” De collectie 20ste-eeuwse architectuurtijdschriften die de bibliotheekcollega’s ontsloten, gaf een basis voor een ruimere, beter onderbouwde selectie van recente, ook naoorlogse architectuur. Een andere limiet die wegviel was die van het maximaal aantal lettertekens per gepubliceerd boekdeel. In een online publicatievorm konden alle panden en constructies met erfgoedwaarde een eigen fiche krijgen in de gemeentelijke inventaris. Een merkbaar verschil is dat men daardoor ook voorbeelden van eerder bescheiden, alomtegenwoordige erfgoedtypes selecteerde als apart erfgoedobject, terwijl die bij een publicatie in boekvorm doorgaans in een straatinleiding werden verwerkt. Deze evolutie van ruimere selectie van representatieve, bescheiden basisbebouwing met erfgoedwaarde dient gekaderd te worden in de steeds groeiende aandacht voor nieuwe architectuurtypes in de wetenschappelijke wereld. Ook het toen zeer positieve klimaat ten opzichte van erfgoed en monumentenzorg maakte de aandacht voor kleinere, bescheiden erfgoedtypes in die tijd vanzelfsprekend.

Door een ruime blik op literatuur en archief en gevoed door collega’s uit andere teams, werden begin 21ste eeuw steeds meer erfgoedtypes geselecteerd voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. De specialist industrieel erfgoed gaf per gemeente tips en documentatie mee aan de inventaristeams. In Limburg en Vlaams-Brabant liepen in die tijd de inventarisaties van historische tuinen en parken. Dit project inspireerde de bouwkundigen in West-Vlaanderen om waardevolle tuinen en parken mee op te nemen in de beschrijving van de bouwkundige objecten die ze selecteerden.

Inventaris bouwkundig erfgoed in Blankenberge

Op basis van de decretale waarden en criteria selecteerde het inventaristeam in 2001-2002 in Blankenberge en Uitkerke 283 panden en constructies met erfgoedwaarde, waarvan 254 gelegen zijn in Blankenberge.

De inventaris bouwkundig erfgoed van badstad Blankenberge wordt gekleurd door haar bloeiperiode in de belle époque, met voornaamste kenmerk de tegeltableaus die het straatbeeld sieren. De enige verwijzingen naar de oorspronkelijke, oudere bebouwing zijn de twee lage vissershuisjes in de Breydelstraat. Ook het Oude Stadhuis, dat circa 1680 is gebouwd, verwijst naar de geschiedenis van Blankenberge van voor het kusttoerisme. Beeldbepalend op de Zeedijk zijn de monumentale stenen trappen die de drie historische hoofdstraten met de dijk verbinden. De straten in het centrum van Blankenberge zijn gekenmerkt door lijstgevels van burgerhuizen, handelshuizen en grootschalige, vrij hoog opgetrokken hotels uit het einde van de 19de eeuw of het eerste kwart van de 20ste eeuw. Representatief voor het bouwkundig erfgoed in Blankenberge zijn bel-etageburgerwoningen die meestal als vakantiewoning zijn gebouwd, in de bouwaanvragen "villa" genoemd. De mooi uitgewerkte burgerhuizen kregen roodbakstenen lijst- of puntgevels in neo-Vlaamserenaissance-stijl of eclectische stijl, ofwel bepleisterde lijstgevels in de traditie van het neoclassicisme. De gevels zijn sterk uitgewerkt onder meer door de ornamentiek van de loggia's, de balkons en de kroonlijsten, wat voor expressieve, eclectische straatbeelden zorgt. Typisch voor Blankenberge is de afwerking met geglazuurde (sier)baksteen en faiencetegels. Zowel het aantal, de schaalgrootte als de kwaliteit van de vele realisaties voorzien van polychrome tegeldecoraties in Blankenberge vallen op, dit zowel binnen de Belgische context als binnen die van de badsteden aan de Britse, Franse of Nederlandse Noordzeekusten.

Uitkerke heeft een heel ander karakter. Het vormt een straatdorp langs de steenweg, in aansluiting met de lintbebouwing van Blankenberge. De oude dorpskern situeert zich rond de neogotische Sint-Amanduskerk en de site van het kasteel van Uitkerke met deels bewaard neerhof. De inventaris bevat 19de-eeuwse dorpsbebouwing van één, anderhalve à twee bouwlagen en enkele bel-etageburgerhuizen langs de steenweg. Het grootste gedeelte van Uitkerke is landelijk gebied, gelegen in de Uitkerkse polder. In de inventaris zijn een aantal representatieve grote, witgekalkte polderhoeves opgenomen, bijvoorbeeld de historische hoeve Ter Messinghe die een historisch schouw met betegeling in de Delftse traditie bewaart. De kleine langgestrekte boerenarbeiderswoonst De Rode Poort met geïncorporeerde stalling getuigt van een verdwijnend hoevetype.

In Blankenberge en Uitkerke getuigt de selectie naoorlogse architectuur van de ruime blik waarmee het inventaristeam het bouwkundig erfgoed benaderde.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Is deel van

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Blankenberge [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/909 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.