Beschrijving
Naar aanleiding van de doelstelling van de Vlaamse Regering om de sociale huurwoningen op energetisch vlak te renoveren tegen 2020 (ondertussen verschoven naar 2023), voerde het agentschap Onroerend Erfgoed van 1 oktober 2011 tot 31 augustus 2016 een systematisch onderzoek uit naar de erfgoedwaarde van sociale woningbouw, gebouwd voor 1985 en nog (deels) in beheer van een sociale huisvestingsmaatschappij. Dit onderzoek gebeurde in samenwerking met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). De doelstelling was om inzicht te bieden in de erfgoedwaarde van het patrimonium van de erkende huisvestingsmaatschappijen en om vanuit een erfgoedvisie duidelijke prioriteiten te stellen naar het beheer en behoud van deze erfgoedwaarden toe.
De doelstelling van het onderzoek is om de VMSW en de huisvestingsmaatschappijen proactief en op systematische wijze duidelijkheid te verschaffen betreffende de erfgoedwaarden van hun patrimonium, zodat de huisvestingsmaatschappij hiermee rekening kan houden bij de renovatie(planning).
Voor het agentschap Onroerend Erfgoed was deze studie een kans om de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed aan te vullen met 20ste-eeuws erfgoed, en in het bijzonder met naoorlogs erfgoed, dat momenteel nog een leemte vormt. De studie bood ook de mogelijkheid om een methodologie te ontwikkelen voor een grootschalige thematisch-typologische inventarisatie, en om een benadering uit te werken ten aanzien van bouwkundige gehelen, waarvan de erfgoedwaarde voor een groot deel gelegen is in het stedenbouwkundige aspect.
Bijkomend beoogt de studie voor het agentschap Onroerend Erfgoed en voor de lokale overheden een effectief instrument te zijn om de erfgoedwaarde van het sociale woningbouwpatrimonium in te schatten en verantwoorde keuzes te maken op het vlak van beheer. Woon- en erfgoedbeleid ten slotte, kunnen op basis van de studie prioriteiten op elkaar afstemmen.
Ten slotte biedt deze studie voor het agentschap een solide basis om aanvullend te onderzoeken voor welke sites een bescherming (als monument of als stads- of dorpsgezicht) opportuun is, in overleg met de VMSW.
Het hoofdresultaat van de studie is een wetenschappelijke inventaris van sociale woningbouw, die tot stand kwam op basis van een uitgebreide thematisch-typologische toetsingskader en de decretaal vastgelegde waarden en criteria, op basis van veldwerk, literatuur en archiefonderzoek, evenals overleg met de sociale huisvestingsmaatschappijen en de VMSW (onder andere de sectorarchitecten). Op basis hiervan werd een honderdtal nieuwe bouwkundige gehelen aan de wetenschappelijke inventaris van het Bouwkundig Erfgoed toegevoegd, en werden de reeds vastgestelde relicten en bouwkundige gehelen aangevuld met nieuwe informatie. Daarnaast werden documentair interessante wijken verwerkt als plaatsen en straten en werden 15 themateksten aangemaakt. Het project omvat ook een beheersgerichte evaluatie van de erfgoedwaarden van het sociale woningbouwpatrimonium met een omschrijving van de concrete elementen die aan de erfgoedwaarde van de bouwkundige relicten en gehelen bijdragen. Deze evaluatie is bovendien ook voor de chronologische thema’s uitgewerkt zodat ze breed toepasbaar is.