erfgoedobject

Kasteeldomein Linterpoort

landschappelijk element
ID
134166
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134166

Juridische gevolgen

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Linterpoortenkasteel
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

In 1775 gebouwd neoclassicistisch kasteel omgeven door park in gemengde stijl aangelegd omstreeks 1810, aanvankelijk 3 hectare 70 are, met vijvertje, deels bebost, met gedeeltelijk ommuurde moestuin en diverse bomen uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Het kasteel van Linterpoort (ook Linterpoorten) is één van de talrijke verspreide hoven van Zemst en, samen met Relegem*, Laar en Biest, vermoedelijk ook één van de oudste. Linterpoort wordt voor het eerste vermeld in 1593, maar het huidige kasteel stamt af van het landhuis dat baron Jean-Joseph van Volden (voluit: Jean-Joseph-Gabriel-Ghislain van Volden, baron van Lombeek, 1730-1796) in 1775 - volgens de jaarsteen in de souterrainingang van één van de zijgevels - naast de hoeve liet optrekken. Op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt nog de oude toestand getoond: een bijna gesloten vierkanthoeve met een U-vormige gracht (vermoedelijk ooit een gesloten ringgracht), een boomgaard met een kleine poel aan de oostzijde en een omhaagde tuin aan de zuidzijde. Aan het uitzicht van het kasteel is in de loop van de jaren weinig veranderd: een volume van twee bouwlagen en een souterrain onder een leien schilddak met houten dakvensters, witgepleisterd met ingediepte voegen en hoge, rechthoekige, beluikte vensters. Het omvat vijf traveeën, de buitenste traveeën in de zuidgevel (tevens de voorgevel) uitgebouwd als hoekrisalieten. De hoofdingang, voorafgegaan door een terras en een bordes met twee gebogen trappen, bevindt zich eveneens in de zuidgevel. De huidige Linterpoortenlaan ten noorden van het hof moest nog worden aangelegd en de toenmalige hoofdweg – de oude weg Zemst-Grimbergen – liep ten zuiden van het hof; dit verklaart waarom de zuidgevel tevens de voorgevel is.

Linterpoort ging na de dood van Jean-Joseph van Volden in 1796 over op zijn zoon Alexandre, die op zijn beurt in 1808 overleed. De ontwerpversie van de Primitieve kadasterkaart, opgemaakt door landmeter Gilles-Joseph Royer in 1812, geeft nog een idee van de streng neoclassicistische aanleg met barokke franjes, die met de bouw van het kasteel gepaard ging. Het kasteel stond op een spiegelboogvormig perceel en tevens op een noordwest-zuidoost gerichte, 400 m lange as, die de Grimbergse baan verbond met een nieuwe weg ten noorden van het kasteel, de huidige Linterpoortenlaan. Het noordelijke gedeelte van de as was bijna dubbel zo breed (20 m) als het zuidelijke en had waarschijnlijk het karakter van een met bomen en hagen afgezoomde doorsteek, 'percée de vue' of 'échappée'. De zuidelijke arm vormde een oprijlaan die bij het kasteelbordes uitmondde. De ringgracht was grotendeels gedempt en naast de oude hoeve was een nieuw dienstgebouw in aanbouw – voorlopig met twee binnenplaatsen -, waarop vanuit het zuidwesten een tweede as, loodrecht op de eerste, uitmondde.

De definitieve versie van de Primitieve kadasterkaart – opgemaakt door landmeter P.F. Demaret, niet gedateerd maar vermoedelijk tussen 1820 en 1830 – is wellicht de neerslag van een niet al te radicale koersverandering, mogelijk geïnspireerd door Alexanders veel jongere weduwe, Pauline d'Hannosset. Het spiegelboogperceel rond het kasteel is verdwenen en de oude vierkanthoeve is op één vleugel na gesloopt. Deze vleugel, die aansloot bij het nieuwe neerhof, werd aanzienlijk verbreed en omgebouwd tot koetshuis. Van de doorsteek ten noorden van het kasteel valt niets meer te bespeuren, maar de lijnrechte oprijlaan ten zuiden was behouden. Volgens de Primitieve kadastrale legger liep deze laan doorheen een hakhoutbos en mondde na 180 m uit op het ereplein voor het kasteel. Het kasteel werd omgeven met vier percelen 'lustgrond', samen met de poel ('lustwater') die al op de Ferrariskaart voorkomt 3 hectare 70 are. Lustgrond staat in het kadastrale jargon voor een informele, landschappelijke aanleg. Deze percelen strekten zich in hoofdzaak ten noorden van het kasteel uit. Het landschappelijk park dat op de eerste stafkaart (1864) wordt weergegeven, stemt nog vrij precies overeen met deze lustgrondpercelen en geeft vermoedelijk nog een vrij getrouw beeld van de 'jardin anglais', die de douairière van Volden had laten aanleggen: een grazige vlakte met struik- en boommassieven omgeven met hoogstammig groen, waarvan nog diverse bomen bewaard bleven, zomereiken (Quercus robur) maar vooral bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), nu met stamomtrekken tussen 4 en 5 m. De ruimte ten noordwesten van het kasteel wordt afgebeeld als een grote rotonde, wat laat vermoeden dat de ceremoniële toegang ondertussen naar het noorden was verplaatst, ook al had het kasteel aan die zijde geen deur en bestond de rechte laan doorheen het hakhoutbos toen nog. De gedeeltelijk ommuurde moestuin (78,5 are) lag ten zuidwesten van het kasteel en sloot aan bij het neerhof, dat in de legger als remise wordt aangegeven. Het huidige lanspuntenhek tussen vierkante bakstenen pijlers, dat toegang geeft tot de moestuin, werd vermoedelijk in de jaren 1860 aangebracht. Een boomgaard (30 are) paalde ten noorden aan de moestuin. De ijskelder in het bosplantsoen ten noorden van het kasteel – met een omgekeerd-eivormige bewaarruimte en een recht sas dat grotendeels verdwenen is – wordt niet in de kadastrale legger vermeld, maar bestond toen ongetwijfeld.

De in het begin van de 19de eeuw vastgelegde structuur is grosso modo bewaard gebleven. Na het overlijden van Charlotte van Volden in 1878 werd Linterpoort vererfd aan graaf August d'Ursel, die het westelijke uiteinde van de lusthof omvormde tot boomgaard, waardoor het landschappelijk park tot circa 3 hectare werd gereduceerd. De rotonde ten noordwesten van het kasteel verdween en de hoofdtoegang tot het domein werd verplaatst naar het noordoosten van het park, pal tegenover de kastanjedreef naar het Hof ter Singelen en het domein van Wormelaar, waar toen ook een landschappelijk park werd aangelegd. De nieuwe, zachtjes slingerende oprit vormde een weidse lus in de ruimte ten oosten van het kasteel, zoals blijkt uit de stafkaarten van 1892 en 1909. Tijdens het interbellum, als de strakke lijn weer wat in de mode was, verscheen volgens de stafkaart van 1932 ten noordoosten van het kasteel een rechte doorsteek doorheen het ondertussen grotendeels beboste parkgedeelte ten oosten van de oprijlaan. Ten slotte zou ook een groot gedeelte van het hakhoutbos, dat sinds het einde van de 18de eeuw de zuidoostelijke helft van de domein vormde, worden gerooid. De lijnrechte dreef naar het zuiden, door Jean-Joseph van Volden ooit bedoeld als ceremoniële oprijlaan, bleef niet alleen behouden, maar werd zelfs benadrukt – zoals blijk uit een ansichtkaart van vóór de Eerste Wereldoorlog – met 'plate bandes', 'contre-allées' en in bol gesnoeide boompjes. Momenteel is hij afgeboord met Ierse taxussen (Taxus baccata 'Fastigiata') en mondt hij niet meer uit bij een poorthek maar bij een soort van exedra met groene kamer, symmetrisch opgebouwd uit taxus (Taxus baccata), Californische schijncipres (Chamaecyparis lawsoni­ana), mammoetboom (Sequoiadendron giganteum), Leylandcipres (Cupressocyparis leylandii) en gewone laurierkers (Prunus laurocerasus), bedoeld als omkadering voor een zitbank. Andere recente toevoegingen – twee in het bosplantsoen verscholen besloten tuintjes met beelden, waterbekken en haagjes en bogen van taxus en buxus – herinneren eveneens aan de classicistische tuinkunst.

Merkwaardige bomen (opnamen 9 september 2003)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 2. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 483
  • 10. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 458
  • 12. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 444
  • 13. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 459
  • 24. gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) 479(100)
  • 25. gewone beuk (Fagus sylvatica) 447
  • 29. zomereik (Quercus robur) 402
  • 31. gewone beuk (Fagus sylvatica) 477
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Zemst, art. 577 nrs. 6-22.
  • DE MAEGD C., Bouwen door de Eeuwen heen – arrondissement Halle-Vilvoorde, Gent, Snoeck-Ducaju, 1977, p. 816.
  • DE STEIN D'ALTENSTEIN I., Annuaire de la noblesse de Belgique (15° année), Bruxelles, A Decq, 1861, p. 303.
  • VERBESSELT J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, (X), Brussel, Koninklijk Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, 1969, p. 187-188.
  • VER ELST A., Nieuw-Zemst bij leven en welzijn, Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1990, afb. 163.
  • WAUTERS A., Histoire des environs de Bruxelles, VIc, heruitgave van de editie van 1855, Bruxelles, Editions Culture et Civilisation, 1972, p. 49.

Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Linterpoortenkasteel

  • Is deel van
    Zemst


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Linterpoort [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134166 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.