In 1233 schonk de toenmalige hertog Hendrik I van Brabant het domein van het Zoerselbos met omgeving aan de cisterciënzerabdij van Villers om er een nieuwe abdij op te richten. De abdij werd uiteindelijk opgericht in Vremde om in 1246 naar Hemiksem te verhuizen. De Sint-Bernardusabdij werd in 1797 opgeheven, waarbij de eigendommen in beslag werden genomen door de staat.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Zandhoven (Zandhoven), Halle, Zoersel (Zoersel)
Het Zoerselbos en Hooidonkse beemden is een weerspiegeling van een oud agrarisch-economisch concept dat deels teruggaat tot de 18de eeuw en met het Hooidonkbos, het beemdensysteem en de landbouwexploitatie deels tot in de Middeleeuwen. Het compartimentenlandschap en de vele sporen van het oorspronkelijke landbouwgebruik geven het gebied een typisch karakter. De vroegste verwijzing naar het gebied gaat terug tot 1233, toen de Hertog van Brabant het bos Hoodonc aan de Abdij van Villers schonk. Later kwam het gebied in handen van de Sint-Bernardsabdij van Bornem. Kenmerkend voor het gebied is het vloeibeemdensysteem. Ook werden er enkele visvijvers aangelegd. Met het kasteel ‘Zoerselhof’, enkele oude hoeves en kapellen omvat dit gebied tevens heel wat bouwkundig erfgoed. Het Boshuisje was een bron van inspiratie voor ‘De Loteling’ van Hendrik Conscience.