De Mechelse sociale huisvestingsmaatschappij De Vrije Woonst werd opgericht als een huurderscoöperatie op 13 november 1922 op initiatief van het "Nationaal Syndicaat van de Spoorwegmannen", de voorloper van A.C.O.D.-Spoor (Algemene Centrale der Openbare Diensten). Hoewel de coöperatieve geen politieke binding had, kende ze toch een socialistische connotatie. De oprichting vond gelijktijdig plaats met de realisatie van de gelijknamige Tuinwijk ‘De Vrije Woonst’, gelegen aan de westzijde van de Tervuursesteenweg. Het merendeel van de eerste ledenaandeelhouders van de coöperatie waren werkzaam bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NBMS), namelijk arbeiders van de nabijgelegen Centrale Werkplaats van de NMBS. Alle bewoners van de tuinwijk dienden bovendien een familieband met hen te hebben. In het jaar van oprichting werden de aandelen van de maatschappij verdeeld over 237 huurders, twee ereleden, de Staat, de stad Mechelen en de Provincie Antwerpen. De maatschappij werd in 1992 erkend door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Abeelstraat 2-64, Beukstraat 1-28, 29-39, 40-63, 65-67, Eenheidstraat 1-24, Matigheidstraat 1-12, 13-23, Poedermolenstraat 1-16, 17-19, Reinheidstraat 1-15, Tervuursesteenweg 286-354, Voorzorgstraat 1-16, 18-20, Vorsenborgstraat 1-8, Vrijewoonstplein 1-18 (Mechelen)
Tussen Tervuursesteenweg en Abeelstraat gelegen tuinwijk in landelijke stijl van 1922 naar ontwerp van de Brusselse architect A. Minner.