Collectief

Redler

ID
12862
URI
https://id.erfgoed.net/personen/12862

Beschrijving

Naarmate het maalbedrijf zich mechaniseerde en de loonlast duurder werd, werd voor het transport van het graan in en rond de maalderij steeds minder beroep gedaan op mankracht. Geleidelijk zette zich een volledige automatisering van dit transport in. Ofschoon alle grote maalderijconstructeurs hierop inpikten, specialiseerden sommige machinebouwers zich in de ontwikkeling van allerlei transportmiddelen. Eén van de meeste gerenommeerde buitenlandse bedrijven die op de Vlaamse markt actief waren, was ongetwijfeld Redler Ltd, dat in 1920 werd opgericht door Arnold Redler (1875-1958). Langs vaderszijde waren zijn voorzaten generatielang molenaar, langs moederszijde was hij verwant met de uitvinder van de Francis-waterturbine. Op veertienjarige leeftijd verliet hij de school om zijn vader op de Bathpools Mill in Taunton te helpen. Omstreeks 1900 hield hij de ouderlijke molen voor bekeken en richtte hij samen met zijn oudere broer Daniel de Daniel Redler & Co Ltd op die de City Flour Mill in Worcester exploiteerde. Bedrijfsmoeilijkheden deden hen in 1909 verhuizen naar een molen in Sharpness. Toen het bedrijf in 1925 in vereffening ging, stapte Arnold Relder definitief uit het maalbedrijf om zich volledig te wijden aan de verbetering en de productie van transportsystemen voor bulkgoederen. In 1932 verwierf hij de Apperley & Curtis Cloth Mill in Dudbridge (Stroud) om er zijn constructieateliers in onder te brengen. Intussen is Redler Ltd. uitgegroeid tot één van de toonaangevende bedrijven in de wereld gespecialiseerd in verhandelingssystemen voor bulkgoederen.

Van Redler Ltd. werden transportbanden geïnstalleerd in onder meer de Nieuwe Molens in Brugge, de Bloemmolens van Diksmuide in Diksmuide, de Firma Blootacker & Vermeersch in Ieper, de Scheldemolens in Sint-Amands-aan-de-Schelde.

  • BECUWE F. 2007: De Bloemmolens van Diksmuide (West-Vlaanderen). Het industrieel erfgoed van een grootmaalderij, Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen 3, 317.
  • BECUWE F. 2009: In de ban van Ceres. Klein- en grootmaalderijen in Vlaanderen (ca. 1850 - ca. 1950), Brussel, 251-252.

Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Erfgoedobjecten

Uitvoerder van

Bloemmolens Société Minoterie et Huilerie de Dixmude

Beerstblotestraat 3 (Diksmuide)
Bloemmolens van de Société Minoterie et Huilerie de Dixmude, gelegen aan de samenvloeiing van IJzer en Handzamevaart. Industrieel-archeologisch complex van twee torens; betonskeletstructuur met hoofdzakelijk houten vloerconstructies en integraal bewaarde elektrisch aangedreven maalinrichting. Opgetrokken in 1922 met de financiële steun van de Dienst der Verwoeste Gewesten, door de firma "Schneider-Jaquet".


Firma Blootacker & Vermeersch

Westkaai 32 (Ieper)
In het kader van de wederopbouw van de handelskaai op het einde van het Ieperleekanaal werd op Kaai-West omstreeks 1933 door de graan- en meststoffenhandelaars Blootacker & Vermeersch een groot magazijn gebouwd voor de opslag van granen, meststoffen en veevoeders en voor het mechanisch reinigen van granen.


Maalderij De Nieuwe Molens

Leopold II-laan 29, 33 (Brugge)
Maalderij in 1911 opgericht naar ontwerp van architect Emile De Weerdt op gronden reikend tot aan de Kolenkaai en de Nikolaas Gombertstraat. Van het complex is vandaag alleen de vleugel aan de Leopold II-laan onder meer met machinekamer, molen, stoomketel met schoorsteen bewaard.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Redler [online], https://id.erfgoed.net/personen/12862 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.