De Usine G.J. Baele, die was gevestigd in de Jules Graindorlaan in Anderlecht, was als producent van brouwerijmachines vooral gespecialiseerd in afvulinstallaties voor bier en minerale waters en de daarbij horende flessenreinigingstoestellen. Met de doorbraak van de bierfles na de Eerste Wereldoorlog werd Baele wat de bierbotteling betrof een belangrijke speler. Vrij veel brouwerijen waren met één of meer Baele-machines uitgerust. Zo werd in 1936 in de brouwerij-mouterij van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren een Baele-spoelmachine geplaatst. In de brouwerij Rodenbach in Roeselare stonden in de jaren 1960 drie Baele-flessenvulmachines, waarmee respectievelijk 20.000, 24.000 en 28.000 flessen per uur gevuld konden worden. In de brouwerij Costenoble (De Dolle Brouwers) in Esen staan vandaag nog een Baele-flessenspoeler (van 3.500 flessen per uur) en een Baele-flessenvuller (met 24 bekkens). De brouwerij Roelandts (De Mandel) in Wakken herbergt van de firma Baele nog een flessenspoelmachine en een bierfilter.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Spanjestraat 133-137, 141 (Roeselare)
In 1821 overname van brouwerij Norbert, naamswijziging in Brouwerij Rodenbach en Cie. In 1864 naamsverandering in Brasserie et Malterie Saint Georges, in 1920 N.V. Brouwerij Rodenbach. Heden overgenomen door brouwerij Palm. Uit de eerste helft van de 19de eeuw zijn enkele kleine kelders bewaard. Tussen 1864-1877 oprichting van volledig nieuw bedrijf.
Wapenplaats 16 (Dentergem)
Voormalige brouwerij Roelandts met tuin. De oorsprong van de brouwersfamilie Roelandts ligt in Aalst en gaat terug tot de 16de eeuw. De traditie wordt aan de opeenvolgende generaties van vader op zoon doorgegeven. Brouwerijcomplex bestaande uit een herenwoning, brouwerij, mouterij, koetshuis en paardenstal, geschikt rond een erf met tuin. Achter het complex liggen onder meer een boomgaard, een moestuin en weilanden palend aan de Mandel.
Donkerstraat 11-12 (Vleteren)
Trappistenklooster gesticht in 1831 door enkele paters, afkomstig uit een gelijkaardige orde op de Katsberg, op de plaats van het in 1783 afgeschafte Birgittijnenklooster. De priorij van Westvleteren was afhankelijk van de abdij van Westmalle en werd 1871 tot abdij verheven.