Collectief

Maison Vancaspel

ID
12897
URI
https://id.erfgoed.net/personen/12897

Beschrijving

Korte historiek

Het Maison Vancaspel werd in 1906 opgericht door ingenieur Gerard Vancaspel. Tot en met het interbellum bevond het bedrijf zich in de Renkinstraat te Brussel. Vanaf de jaren 1920 had het bedrijf ook een vestiging in Nesle in het Franse departement van de Somme. In de jaren 1930 was de firma Vancaspel, intussen omgevormd tot Vancaspel Buekenhoudt & Bollyn, gevestigd in de Van Volxemlaan te Brussel. Het bedrijf was vooral gespecialiseerd in de uitrusting van mouterijen. Het fabriceerde niet alleen mouterijmaterieel zoals weekkuipen, moutploegen, keermachines met schepborden, kiemkasten en -trommels, kastenontruimers met hark, schutgoten, pneumatische verhandelingssystemen en ventilatoren, maar bouwde ook gerst- en moutsilo’s in gewapend beton. Vanaf het interbellum was Vancaspel ook verdeler van de Duitse firma Seck, in het bijzonder wat haar ontkiemers, graanreinigers, moutpolijsters en zakkenreinigers betreft. Na de Tweede Wereldoorlog fungeerde Vancaspel ook als algemeen vertegenwoordiger voor Europa van Aerex-ventilators die in kiemkasten en asten werden aangewend. Vandaag bestaat Van Caspel verder onder de naam I.E.T. s.a.

Zijn internationale faam dankte het Brusselse bedrijf echter aan zijn moutasten, waarvan niet alleen in Europa maar ook in Amerika en Afrika exemplaren werden gebouwd. Volgens een advertentie in Le Petit Journal du Brasseur van 1907 had de firma Vancaspel in één jaar negen mouterijen en twintig moutasten gebouwd. De asten die Vancaspel in het begin van de 20ste eeuw bouwde, waren zowel asten met open vuur als warmluchtasten. Kenmerkend voor de warmluchtast van Vancaspel was de koudeluchtkamer die tussen de twee eestvloeren werd voorzien en toeliet om hun respectieve temperatuur onafhankelijk van elkaar te regelen. De Vancaspel-asten hadden alle een vierzijdige plattegrond. Gerard Vancaspel stond er immers voor bekend geen voorstander te zijn van ronde asten. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Vancaspel automatische grootrendementsasten waarbij handenarbeid niet langer te pas kwam, alsook verticale grootrendementsasten met drie verschillende schachthoogten en warmluchtasten met twee onafhankelijke eestvloeren. In de jaren 1970 stond het bedrijf nog altijd bekend voor deze warmluchtasten. Ook zijn pneumatische grootrendementeest en zijn windas voor het lossen van de eest werden in die periode nog sterk aanbevolen.

De machinekamer

Voor de Eerste Wereldoorlog installeerde Vancaspel onder meer geisers en een reinigingsinstallatie in de brouwerij-mouterij Vanderhaert & Cie in Leuven, groenmoutelevatoren in de brouwerij-mouterij Benoni Bauters in Gent en in de Brasserie de Staceghem in Harelbeke, weekkuipen en een gerst- en moutreinigingsinstallatie in de mouterij Les Peupliers in Ekeren, drie weekkuipen in de brouwerij-mouterij Gustave Verschueren in Antwerpen, en een gerst- en moutreinigingsinstallatie in de mouterij-brouwerij het Anker (Feys-Callewaert) in Beveren-aan-de-IJzer.

In het interbellum werd door Vancaspel onder meer de mouterij Dylamalt in Wilsele volledig heringericht. De nieuwe mouterij van de Grande Brasserie de l’Alliance (Thirionnet) in Brussel werd omstreeks 1922 voorzien van een pneumatisch zuigsysteem en een pneumatische kastenmouterij met automatische keerders en ontruimers. Met deze installatie kon 8.000 kg mout per dag bereid worden. De fabrieken Dandelooy in Merksem werden omstreeks 1925 uitgebreid met een nieuwe mouterij met pneumatische kiemkasten van Vancaspel. De mouterij Huybrechts in Oude God te Mortsel was eveneens door Vancaspel ingericht als een pneumatische kastenmouterij met een capaciteit van 11.000 kg. In de Leuvense brouwerij-mouterij Van Tilt Soeurs werd door Vancaspel een pneumatisch blaassysteem geplaatst. De kiemkasten werden er voorzien van Vancaspel-ontruimers. Omstreeks 1927 rustte Vancaspel de mouterij van de Brasserie Royale in Laken uit met onder meer acht kiemkasten met keerders en ontruimers die een dagelijkse verwerking van 7.000 kg gerst toelieten. Omstreeks die tijd vergrootte Vancaspel ook de mouterij van de brouwerij La Lanterne in Vorst. In hetzelfde jaar werden ook de mouterijen bij de Brouwerijen Artois in Leuven door Vancaspel voorzien van nieuwe weekkuipen (met geisers) en van reinigings- en transportinstallaties. Een volledige pneumatische mouterij werd omstreeks 1928 door Vancaspel geïnstalleerd in de brouwerij-mouterij Ghislain Cuypers in Diest. Drie jaar later werden de brouwerijen-mouterijen Du Bois Frères in Lebbeke en Maes Frères in Waarloos eveneens door Vancaspel voorzien van een nieuwe pneumatische mouterij. Bij Du Bois kon voortaan met de acht kiemkasten met keerders dagelijks 5.000 kg gerst verwerkt worden. De mouterij Maes werd uitgerust met negen kiemkasten met keer- en ontruiminstallatie, die dagelijks eveneens 5.000 kg gerst verwerkten. Deze mouterij werd tevens voorzien van een complete gerstreinigingsinstallatie. In hetzelfde jaar werd de mouterij Thirionet (L’Alliance) in Boortmeerbeek door Vancaspel uitgerust met nieuwe moutsilo’s en negen kiemkasten, die een groenmoutproductie van 16.000 kg per dag mogelijk maakten. In de loop van de jaren 1930 installeerde Vancaspel in deze mouterij ook een volledig nieuwe reinigingsinstallatie. In 1931 werden door Vancaspel Aeroca- en Aeroto-ventilatoren geïnstalleerd in de (brouwerijen-)mouterijen Dandelooy in Merksem, Cuypers in Diest, Impérial in Brussel, Le Chevalier Marin in Mechelen, Le Lion d’Or in Aalst en De Meulder in Reet. Omstreeks 1932 werden de Malteries & Meuneries Anversoises in Mortsel voorzien van een Vancaspel-mouterijinstallatie, waaronder zes silo’s met vijzen en elevatoren. De brouwerij-mouterij Moortgat in Breendonk werd in de vroege jaren 1930 door Vancaspel uitgerust met een pneumatische kastenmouterij met een dagelijkse capaciteit van 7.000 kg gerst. Deze kiemkasten waren voorzien van Aeroto-ventilatoren. In dezelfde periode werd de brouwerij-mouterij Vloeberghs in Lint eveneens uitgerust met een pneumatische kastenmouterij met Aeroto-ventilatoren. De dagelijkse capaciteit van deze kiemkasten bedroeg 5.000 kg gerst. De nieuwe mouterij die de Aalsterse firma Dewolf-Cosyns omstreeks 1932 liet optrekken, telde negen Vancaspel-kiemkasten met keerders en een ontruimer, die voorzien waren van Aeroto-ventilatoren. Hun dagelijks capaciteit bedroeg 40.000 kg gerst. Tevens plaatste Vancaspel er de volledige ontkiemings- en overpompinstallaties. In hetzelfde jaar verzorgde Vancaspel de volledige herinrichting van de Brusselse mouterij La Lanterne, waardoor voortaan 12.000 kg gerst kon verwerkt worden. In 1933 werd door Vancaspel ook een gerst- en moutverhandelingssysteem geïnstalleerd in de brouwerij Le Lion d’Or in Aalst. In hetzelfde jaar voorzag Vancaspel de Malteries Anversoises van zes silo’s met daarop aangesloten vijzen en elevatoren, en de Roeselaarse brouwerij-mouterij Rodenbach van vier nieuwe weekkuipen. Omstreeks 1935 werden de mouterij De Meulder in Reet en de mouterij bij de brouwerij Degreef in Sint-Genesius-Rode volledig heringericht door Vancaspel. De kiemkasten die hierbij werden geïnstalleerd, waren voorzien van zowel keerders als ontruimers. Beide nieuwe mouterijen hadden voortaan een verwerkingscapaciteit van 8.000 kg gerst per dag. In dezelfde periode werd de mouterij Dingemans (De Polders) in Stabroek met acht Vancaspel-kiemkasten ingericht die toelieten om dagelijks 10.000 kg gerst te laten kiemen. In deze mouterij als ook in de mouterij bij de brouwerij Le Chevalier Marin in Mechelen werden door Van Caspel toen ook Aeroto-ventilators geplaatst. Zowel de Brasserie de Haecht in Haacht als de brouwerij-mouterij La Marine in Brussel werden eveneens in de jaren 1930 door Vancaspel uitgerust met negen kiemkasten voor een dagproductie van 20.000 kg. In de mouterij Van Assche in Londerzeel stonden acht kiemkasten van Vancaspel in voor een productie van 4.500 kg groenmout per dag.

In Wallonië bouwde Vancaspel omstreeks 1931 nieuwe moutsilo’s in de brouwerij-mouterij J. Grade in het Waals-Brabantse Mont-St.-Guibert. In de Brasserie-Malterie de Thieusies plaatste Vancaspel in 1933 een nieuwe gerst- en moutreinigingsinstallatie. In Nederland voorzag Vancaspel in dezelfde periode bijvoorbeeld de Mouterij Gottfr. Hilgers Viersen in het Nederlandse Wageningen van met geisers uitgeruste hydro-pneumatische weekkuipen. Gelijkaardige toestellen plaatste Vancaspel in de Grande Malterie du Berry in het Franse Issoudun. Nog in Frankrijk werden de Malteries des Brasseurs Réunis in Bruay-sur-l’Escaut en de Malterie Thellier & Cie in Gondecourt door Vancaspel uitgerust met een pneumatische kastenmouterij. De nieuwe pneumatische mouterij waarvan Vancaspel omstreeks 1931 de Brasserie Moderne in Roubaix voorzag, had een dagelijks rendement van 24.000 kg gerst. De nieuwe moutsilo’s hadden een inhoud van maar liefst 2.000 ton. De Malterie Rubens in Marseille werd door Vancaspel heringericht als een pneumatische mouterij met kiemkasten voor 8.000 kg gerst per dag. Deze waren voorzien van een Vancaspel-keer- en ontruiminstallatie en Aeroto-ventilatoren. In Spanje voorzag Vancaspel de brouwerij El Leon in San-Sebastian omstreeks 1929 van een volledig nieuwe pneumatsiche mouterij met inbegrip van een meervloereneest. In Alger werd Vancaspel belast met de transformatie in de Brasserie d’Alger van de nog bestaande vloermouterij in een pneumatische kastenmouterij. In de toenmalige Franse kolonie Tunesië werd de Brasserie-Malterie de Tunis door Vancaspel ingericht als een pneumatische kastenmouterij. De van Vancaspel-keerders en ontruimers voorziene kiemkasten hadden een capaciteit van 5.000 kg per dag.

Kort na de Tweede Wereldoorlog richtte Vancaspel een pneumatische kastenmouterij met een dagcapaciteit van 6.000 kg in in de brouwerij-mouterij De Coster te Brussel en de brouwerij-mouterij Van Reeth in Boom. In de Brugse mouterij Huys werd een mechanische vloermouterij met eenzelfde dagcapiciteit geïnstalleerd. Een vloermouterij van 4.000 kg per dag werd voorzien in de Brasseries Unies te Brussel. In de brouwerij-mouterij Opstaele en Brasserie Marine te Brussel werd de pneumatische kastenmouterij door Vancaspel heringericht. In beide gevallen bedroeg de dagcapaciteit voortaan 5.000 kg. De brouwerij-mouterij Den Arend (Louwaege) in Kortemark werd door Vancaspel voorzien van een nieuwe vloermouterij van 4.000 kg per dag. In het Noord-Franse Duinkerke herinrichtte Vancaspel de ast in de brouwerij-mouterij Dewulf. Omstreeks 1957 stond Vancaspel in voor de modernisatie van de moutasten van de Malterie Vandecasteele, het latere Malteurop, in het Franse Aire-sur-la-Lys. In de mouterij Beltjens in het Nederlandse Roermond richtte Vancaspel een vloermouterij met een dagcapaciteit van 5.000 kg in, en de brouwerij-mouterij Pyynikki in het Finse Tampere een pneumatische mouterij met een dagcapaciteit van 8.000 kg. In het Deense Aarhus werd de brouwerij-mouterij Ceres voorzien van een pneumatische kastenmouterij die een dagelijkse productie van 40.000 kg mout toeliet.

De astenbouwer

Mouterijen die voor de Eerste Wereldoorlog met één of meer Vancaspel-asten werden uitgerust, waren onder meer de brouwerij-mouterij Le Lion d’Or in Oostende, de brouwerij-mouterij Sint-Rochus (Hayen-Bomal) in Ulbeek, de brouwerij-mouterij Vanderhaert & Cie in Leuven, de mouterij-brouwerij Bauters in Gent, de mouterij Les Peupliers in Ekeren, de brouwerij-mouterij Gustave Verschueren in Antwerpen, en de grootmouterij Dandelooy in Merksem. De vier Vancaspel-asten waarover deze mouterij omstreeks 1930 beschikte, waren warmluchtasten met een door ventilatoren aangewakkerde luchtstroom. Deze asten telden niet alleen twee eestvloeren (met moutkeerders) maar ook twee warmluchtkamers. Iedere eestvloer had een oppervlakte van 132 m2, waarop 15.000 kg groenmout kon geladen worden.

In het interbellum werd door Vancaspel de Grande Brasserie de l’Alliance (Thirionnet) te Brussel voorzien van een Universelle-warmluchtast, waarvan elk plateau 160 m2 groot was en voorzien was van keerders en ontruimers. Op de schoorsteen van de moutast plaatste Vancaspel de toen voor België grootste draaimuts (of ‘gek’). In deze periode werden ook de Malteries de Boortmeerbeek voorzien van Vancaspel-moutasten van 160 m2 die met Vancaspel-keerders en Aeroto- en Aerex-ventilatoren waren uitgerust. Ook de brouwerij Haecht in Haacht werd toen door Vancaspel uitgebreid met twee nieuwe moutasten van 100 m2. Aan de Brusselse brouwerij-mouterij La Marine werd in deze periode een moutast van 160 m2 toegevoegd. In Leuven werd toen ook de brouwerij Breda voorzien van een Vancaspel-ast. De Leuvense brouwerij La Vignette (Brasserie de la Dyle) werd omtrent die tijd door Vancaspel uitgerust met een ast van 72 m2. Omstreeks 1928 voorzag Vancaspel ook de mouterijen bij de Brouwerijen Artois in Leuven van een grote moutast die in het bijzonder geschikt was voor Munich-mout. De eveneens in Leuven gelegen mouterij Dreyfus werd omstreeks 1930 uitgebreid met een Vancaspel-ast van 160 m2, die een dagelijks rendement van 20.000 kg mout verzekerd. Het jaar daarop werd de brouwerij-mouterij Maes Frères in Waarloos door Vancaspel uitgebreid met een groot rendementswarmeluchtast, die voorzien was van een Aéro-touraille-ventilator en van een Vancaspel-keerinstallatie op de onderste eestvloer. Eveneens in 1931 werd de door een brand geteisterde mouterij De Clercq in Zelzate door Vancaspel voorzien van twee nieuwe moutasten die met een natuurlijke luchttocht werkten. In deze met Vancaspel-keerders uitgeruste asten kon dagelijks 16.000 kg groenmout geëest worden. Omtrent dezelfde tijd bouwde Vancaspel ook een hoogrendementsast voor de brouwerij-mouterij Dubois Frères in Lebbeke. In de vroege jaren 1930 werd de brouwerij-mouterij Moortgat in Breendonk door Vancaspel voorzien van een grootrendementsast die met een keerinstallatie en Aeroto-ventilatoren was uitgerust. Een vergelijkbare rendementsast werd toen ook voorzien bij de Malterie-Brasserie Vloeberghs (Saint-Bavon) in Lint. Bij de herinrichting van de mouterij La Lanterne te Brussel omstreeks 1932 werd door Vancaspel eveneens een nieuwe moutast met een oppervlakte van 134 m2 voorzien. De nieuwe mouterij die de Aalsterse firma Dewolf-Cosyns in 1933 liet bouwen, werd uitgerust met twee van Vancaspel-asten van het grootrendementstype, die behalve van Aeroto-ventilatoren ook van een volautomatische ontruimer voorzien waren. In hetzelfde jaar werden ook de Malterie Saint-Jean in Mechelen en de brouwerij-mouterij Van Reeth in Boom door Vancaspel voorzien van een hoogrendementsast. In het Waals-Brabantse Mont-Saint-Guibert werd de brouwerij-mouterij Grade toen ook van een dergelijke moutast voorzien. Omstreeks 1935 bouwde Vancaspel voor de brouwerij-mouterij Le Chevalier Marin in Mechelen een warmluchtast van 60 m2, voorzien van Aeroto-ventilatoren. Omtrent dezelfde periode werd ook de mouterij De Meulder in Reet door Vancaspel voorzien van twee warmeluchtasten.

In het interbellum was Vancaspel ook actief in Frankrijk. Zo bouwde het bedrijf omstreeks 1930 één van de asten om van de mouterij Boucquey & Cie in St. André-Lille. De Grande Brasserie Moderne in Roubaix werd door Vancaspel in 1933 voorzien van twee warmeluchtasten. In de toenmalige Franse kolonie Tunesië werd de Brasserie-Malterie de Tunis omstreeks 1935 uitgerust met een Van Caspel-ast, voorzien van Aeroto-ventilators.

Kort na de Tweede Wereldoorlog werd de brouwerij-mouterij Den Arend (Louwaege) in Kortemark uitgerust met een Vancaspel-ast. Omtrent die tijd werd ook de mouterij Beltjens in het Nederlandse Roermond van een Vancaspel-ast voorzien.

  • BECUWE F. 2016: Tel orge, tel malt. Klein- en grootmouterijen in Vlaanderen (1850-1950), Brussel - Gent, 252-256 & 286-289.
  • BECUWE F. 2018: De moutast. Vurig erfgoed in West-Vlaanderen, Het Vlaamse brouwbe­drijf in historisch perspectief 23, Alveringem, 86-90.
  • BILLEN J. 1997: De Wellense drankindustrie. Een verhaal apart!, Wellen.
  • DAELEMAN P. 2000: De Belgische brouwers en hun bevoorradingsproblemen in grondstoffen in de periode 1938-1947, Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed 10, 20
  • GOCAR M. 1949: Formulaire du brasseur-malteur, Brussel, 10 & 76.
  • VERMEYLEN J. 1973: Praktische handleiding voor mouterij en brouwerij, Brussel, 61, 68, 72, 82-83 & 90.

Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Erfgoedobjecten

Uitvoerder van

Brouwerij Chevalier Marin

Befferstraat 25-27 (Mechelen)
Vanouds bekende brouwerij die heden met verschillende doorgangen het grootste deel van het binnenblok tussen Befferstraat, Varkensstraat en Veemarkt in beslag neemt.


Brouwerij Moortgat

Breendonk-Dorp 58 (Puurs-Sint-Amands)
N.V. Brouwerij Moortgat door Leonard Moortgat gesticht in 1871 als een familiebedrijf, namelijk een boerderij met bijhorende azijn- en bierbrouwerij. Recente brouwerijgebouwen waarvan de oudste opklimmen tot het tweede kwart van de 20ste eeuw. Art-decogetint pand met gevelsteen 1871 en naam van de stichters.


Brouwerij Rodenbach

Spanjestraat 133-137, 141 (Roeselare)
In 1821 overname van brouwerij Norbert, naamswijziging in Brouwerij Rodenbach en Cie. In 1864 naamsverandering in Brasserie et Malterie Saint Georges, in 1920 N.V. Brouwerij Rodenbach. Heden overgenomen door brouwerij Palm. Uit de eerste helft van de 19de eeuw zijn enkele kleine kelders bewaard. Tussen 1864-1877 oprichting van volledig nieuw bedrijf.


Brouwerij Vloeberghs-Van Hoof

Liersesteenweg 23-27 (Lint)
U-vormig brouwerijcomplex van 1908 met centraal en aan de straat gelegen woonhuis.


Brouwerijen Artois

Havenkant 18, Sluisstraat 79, Vaartkom 6 (Leuven)
Historisch gegroeid gebouwenbestand van de Artoisbrouwerijen in het gebied Mechelsestraat, de zone Vaartkom-Sluisstraat-Vaartstraat en Burchtstraat-Glasblazerijstraat


Distillerie et Malterie Le Lion d'Or

Bredestraat 154 (Aalst)
Voormalige "Distillerie et Malterie Le Lion d'Or", uit het tweede kwart van de 19de eeuw, thans enkel nog mouterij. Met uitzondering van het gebouw der vroegere graanvloeren, ondergingen de meeste andere delen in de loop der jaren talloze en grondige veranderingen, of werden ze recent gesloopt.


Herberg 't Brouwershof

Brouwerijstraat 10-14 (Harelbeke)
Herberg "'t Brouwershof" met paardenstal gebouwd in 1887-1888 in opdracht van brouwer Jules Deconinck, die op de hoek met de Steenbrugstraat een brouwerij heeft en vanaf 1899 woont in het naastgelegen kasteel.


Mouterij Cuypers

Peetersstraat 15-19 (Diest)
De mouterij Cuypers is de laatste overgebleven zelfstandige mouterij van Diest (stilgelegd halfweg de jaren 1990). De mouterij evolueerde tussen 1880 en 1977 uit de achterliggende bijgebouwen van de panden Peetersstraat 11-13 tot een indrukwekkend en waardevol industrieel ensemble.


Mouterij Dingemans N.V.

Laageind 43 (Stabroek)
Eenvoudige, landelijke bakstenen woning uit het vierde kwart van de 19de eeuw aan straatzijde met haaks aanbouwsel uit de 20ste eeuw aan westzijde.


Mouterij- en brouwerijcomplex Het Anker

Bergenstraat 4 (Alveringem)
Voormalig mouterij- en brouwerijcomplex "Het Anker"; "N.V. Feys", "Malterie Feys-Callewaert" volgens opschriften. Familiebedrijf gesticht in 1890 en gegroeid uit een zoutziederij die bestaan heeft tot begin 20ste eeuw. Vanaf circa 1906 neemt ook de mouterij een belangrijke plaats in. Achterliggende, ronde fabrieksschoorsteen. Gekasseid straatje.


Mouttoren en fabrieksschoorstenen brouwerij Den Arend

Brouwersplein 1-3 (Kortemark)
Schoorstenen en mouttoren van voormalige brouwerij Den Arend of brouwerij Louwaege. Mouteest, vermoedelijk daterend uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Vrij hoog roodbakstenen gebouw onder plat dak, verspringende borstwering. Boven deze constructie toornt een ronde schoorsteen met verzorgd metselwerk en met markerende metalen roterende kap.


Sint-Rochusbrouwerij Hayen-Bomal

Ulbeekstraat 11-12, 19A, 20-21, 22 (Wellen)
Complex met neoclassicistisch getint woonhuis en mouterij en stallingen in typische, hier verzorgde industriële baksteenarchitectuur daterend van 1890-95.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Maison Vancaspel [online], https://id.erfgoed.net/personen/12897 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.