Aan de basis van de Ateliers de Construction Electriques de Charleroi (A.C.E.C.) lag de Société Electricité et Hydraulique. Dit bedrijf, dat in 1886 door Julien Dulait werd opgericht, richtte in België in 1888 de eerste industriële elektriciteitscentrale en in 1894 de eerste openbare distributiecentrale in. In 1904 werd de Société Electricité et Hydraulique door Edouard Empain hervormd en uitgebreid tot A.C.E.C. In 1947 fuseerde A.C.E.C. met het Luikse bedrijf Constructions Electriques de Belgique (C.E.B.) tot A.C.E.C. Herstal. Tegen die tijd had A.C.E.C. zich weten te ontwikkelen tot een belangrijke producent van onder meer elektromotoren, transformatoren en kabels, evenals van nijverheids- en hoogspanningsinstellingen. In Vlaanderen trad de Ets. W.E.M. uit Kapellen op als vertegenwoordiger van A.C.E.C. Herstal.
In de de Beltmolenromp in Betekom (Begijnendijk), de Bloemmolens van Diksmuide in Diksmuide, de Stenen Molen in Ertvelde (Evergem), de maalderij Slembrouck in Leke (Diksmuide), de Molens Van Orshoven in Leuven, de watermolen Ter Biest in Nederzwalm-Hermelgem (Zwalm), de maalderij Wierinckx in Pellenberg (Lubbeek) en de maalderij Capiteyn in Sint-Amandsberg (Gent) zijn de A.C.E.C.-elektromotoren die voor de mechanische aandrijving zorgden, nog bewaard. A.C.E.C.-motoren dreven eveneens de maalderij Decuyper (1940) in Ledegem, de maalderij Vincent (1945) in Lichtervelde, de Kosters- of Doorenbroekmolen in Steenhuize-Wijnhuize (Herzele) en de maalderij Koekelberghs in Vossem aan. Ook in de mouterij van de brouwerij ’t Hamerken in Brugge werden toestellen door een A.C.E.C.-motor in beweging gebracht. In de brouwerij-mouterij Roman in Mater (Oudenaarde) is nog een A.C.E.C.-alternator bewaard.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beerstblotestraat 3 (Diksmuide)
Bloemmolens van de Société Minoterie et Huilerie de Dixmude, gelegen aan de samenvloeiing van IJzer en Handzamevaart. Industrieel-archeologisch complex van twee torens; betonskeletstructuur met hoofdzakelijk houten vloerconstructies en integraal bewaarde elektrisch aangedreven maalinrichting. Opgetrokken in 1922 met de financiële steun van de Dienst der Verwoeste Gewesten, door de firma "Schneider-Jaquet".
Hauwaart 78, 82, 103-105 (Oudenaarde)
In oorsprong teruggaand op de volledig verdwenen afspanning De Clocke, met bijhorende hoeve, maalderij, mouterij en brouwerij. In 1926 aanvang van de volledige vernieuwing van de brouwerij. Voortdurende expansie en modernisering van het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog tot op heden, echter met behoud van de bedrijfsgebouwen uit het interbellum naar ontwerp van architect A. Peynsaert. Aanpassing van het gedeelte van het complex rechts van de toegangspoort in de jaren 1950 naar ontwerp van architect V. Peeters met onder andere de burelen en vroegere brouwerswoning. Aan de overkant van de straat, bij het bedrijf horend alleenstaand gewit bakstenen gebouw met industriële functie in landelijke villastijl van circa 1940 en rode bakstenen villa uit begin jaren 1940 naar ontwerp van architect A. Peynsaert.
Schorestraat (Diksmuide)
Elektromechanische maalderij van twee steenkoppels aangedreven door een elektromotor van 1948 ondergebracht in geschilderd volume van 1948 (betonblokken en golfplaten zadeldak). Ouder binnenwerk van circa 1930 (en vroeger) overgebracht uit een molen te Koekelare na geleden oorlogsschade.
Molenstraat 21 (Lubbeek)
Gasthuismolen opgericht rond 1755 en stilgelegd in 1915, in 1898 nieuw industrieel gebouw naast de windmolen, in 1901 werd de maalderij uitgebreid, tussen 1928 en 1940 uitbreiding magazijn en machinegebouw.
Halvemaanstraat 137 (Gent)
Vrijstaande woning met bijhorende bedrijfsgebouwen, achterin gelegen tussen de huizenrij van de Halvemaanstraat en de Antwerpsesteenweg. Dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder schilddak. Eigenlijke maalderij ondergebracht in een voormalig koetshuis achter en parallel met het woonhuis, opgetrokken midden 19de eeuw. Bakstenen rechthoekig gebouw van één verdieping met vierkante bakstenen schoorsteen. Gekasseid erf en monumentale linde.
Havenkant 30-32, Stapelhuisstraat 4, 11-13 (Leuven)
Ensemble van woonhuis, molencomplex met silo, magazijn, machinekamer, zakkenkuiserij en schrijnwerkerij, grosso modo U-vormig ingeplant op een diep en schuin georiënteerd perceel.
Pater Damiaanstraat 1-5, 3A (Begijnendijk)
De Puttenbergmolen, opgericht in 1847, is een bewaarde molenromp die teruggaat op een korenmolen, van het type bovenkruier, stenen bergmolen (beltmolen) met kettingkruiwerk. Voor de Eerste Wereldoorlog werd de molen verbouwd tot een mechanische maalderij. Ten oosten van de molen staat een vierkante bakstenen schoorsteen en ten zuidoosten de 19de-eeuwse molenaarswoning.
Stenenmolenstraat 21 (Evergem)
Site met een windmolen, rosmolen, huis en stallen gelegen op een met gras begroeid erf met kasseipaden, afgesloten met ijzeren hek. De windmolen, type grondzeiler op een lage molenberg, zou net zoals de rosmolen en molenaarswoning in 1798 zijn opgetrokken.