De Ateliers De Naeyer in Willebroek maakten vooral naam als producenten van stoomketels. Het constructiehuis ontwikkelde zich omstreeks 1880 uit de papierdeegfabriek en papierfabriek die Louis De Naeyer respectievelijk in 1860 en 1874 langs het kanaal Brussel-Rupel oprichtte. Aan de basis lag de meerledige buizenstoomketel die Louis De Naeyer bouwde voor eigen gebruik. Voor het vervaardigen van papierdeeg en papier was immers veel stoom onder druk nodig. Achteraf werd de ketel, die zijn degelijkheid had bewezen, gecommercialiseerd. Voor de productie ervan werd omstreeks 1884 een montagehal en atelier voor draaibanken (die gebruikt werden om de ronde aansluitingen en afgeronde elementen van de stoomketels te fabriceren) gebouwd. Enkele jaren later volgde de oprichting van een gieterij. Na het overlijden van Louis De Naeyer in 1902 werd het bedrijf met zijn diverse activiteiten onder de firmanaam Veuve Louis De Naeyer & Cie verdergezet door zijn weduwe Alida Peeters en enkele vertrouwelingen. De dagelijkse leiding kwam in handen van ingenieur Aristide Petsalys, die tot in de jaren 1940 een grote invloed op het bedrijf behield. Omstreeks 1907 werd het bedrijf omgevormd tot de S.A. Anciens Etablissements Louis De Naeyer. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden zowel de papier- als de stoomketelfabriek zwaar beschadigd. Na de oorlog werd onder de stuwende kracht van Aristide Petsalys onmiddellijk werk gemaakt van de heropbouw en heropstart van het bedrijf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf opnieuw zwaar getroffen. De heropbouw verliep evenwel moeizamer bij gebrek aan financiële middelen en arbeidskrachten. Vanaf 1950 was het bedrijf min of meer heropgestart. De moderniseringen die omwille van de groeiende buitenlandse concurrentie broodnodig waren, konden worden doorgevoerd. Opnieuw diende zich een bloeiperiode aan. Met de oliecrisis van 1973 kwam hieraan echter een einde. In de papierfabriek dienden regelmatig machines stilgelegd en tientallen werknemers ontslagen. De afdeling ketelbouw verging het iets beter, onder meer omdat ze zich ging toeleggen op installaties met alternatieve brandstoffen. Om te vermijden dat de crisis in de papierfabriek ook de ketelafdeling de das omdeed, werd deze afdeling in 1984 tot een dochtermaatschappij, Denaeyer Thermal Industries (DTI) omgevormd. Door het toedoen van de banken werd dit jonge bedrijf door het faillissement in 1986 van de papierfabriek toch in het uitstalraam gezet. Cockerill Mechanical Industries (CMI), een dochterbedrijf van Cockerill Sambre, nam de rendabele ketelafdeling over. Het bedrijf New DTI specialiseerde zich vooral in het onderhoud en het herstel van ketels.
Een De Naeyer-stoomketel (met 40 m2 oppervlak) stond omstreeks 1910 opgesteld bij de Bollinckx-stoommachine van 12 pk die de brouwerij-mouterij De Ster in Willebroek aandreef. De Bolllinckx-stoommachine die de brouwerij-mouterij Lamot in Klein-Willebroek aandreef, was eveneens met een De Naeyer-stoomketel uitgerust. Door de Ateliers De Naeyer werden in 1924 ook de stoomketels geleverd voor de eerste brouwerij in het toenmalige Belgisch Congo. De grote stoomketel die in 1959 in de brouwerij-mouterij Winderickx in Dworp (Beersel) werd geplaatst, was eveneens van De Naeyer-makelij.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Torenstraat 4 (Willebroek)
Voormalige brouwerij, opgericht in 1810. Resterende gebouwen uit de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw, momenteel opgenomen in een herwaarderingsgebied.