Het constructieatelier Moës in Waremme werd omstreeks 1904 opgericht door de familie Moës. In de jaren 1930 werd de onderneming omgevormd tot de Société Anonyme Moteurs Moës. Het bedrijf was behalve in de bouw van locomotieven ook gespecialiseerd in de bouw van dieselmotoren. De Moës-dieselmotoren behoorden tot de bekendste scheepsmotoren. In 1973 zette Moës de productie van eigen scheepsmotoren stop. Momenteel is het bedrijf Moës Diesel invoerder en verdeler van Hatz-dieselmotoren voor België en het Groothertogdom Luxemburg en van stroomopwekkende aggregaten van Gamme.
Zowel vóór als na de Tweede Wereldoorlog stond Valère Grimonprez als algemeen agent in voor de verkoop van Moës-dieselmotoren in Vlaanderen. De vrij sterke positie van Moës op de West-Vlaamse markt vertaalde zich onder meer in de productie, samen met de firma Leon Claeys in Zedelgem, van Claeys-Moës-motoren.
Moës-dieselmotoren zorgden voor de aandrijving in bijvoorbeeld de maalderijen Macors in Groot-Gelmen (Sint-Truiden), Gestelse Molen (1928) in Paal (Beringen), Hermans (1927) in Lauwe (Menen), Hubert (1931) in Bredene, Van Eeghem (1932) in Oostkamp, Deneckere (1932) in Koekelare, Colpaert (1932) in Reningelst (Poperinge), Debuysscher (1933) en Cornelis (1933) in Beernem, Coolman (1934) in Handzame (Kortemark), Denecker (1935) in Woumen (Diksmuide), Dekien (1935) in Oostkerke (Diksmuide), Sanssens (1935) in Klemskerke (De Haan), Descamps (1935) in Krombeke (Poperinge), Braet (1936) in Oostkamp, Willem (1936) in Snaaskerke (Gistel), Vernacht (1938) in Ingelmunster, Pannecoucke (1939) in Anzegem, Deneve (1942) in Oedelem, Waerniers (1943) in Ruiselede, Theunissenmolen (omstreeks 1946) in As, Vanwanzeele (1948) in Ruddervoorde, Bril (1951) in Diksmuide, de maalderij Souvagie in Oudenbrug, de Proskensmolen en de Van Hauwermeirenwatermolen in Schellebelle (Wichelen), de Broekmolen in Mere (Erpe-Mere), en de watermolen van Attenhoven (Landen). Een Claeys-Moës-motor werd bijvoorbeeld in 1933 geplaatst in de Beeuwsaertmolen in Bikschote (Langemark-Poelkapelle). Ook in de brouwerij-mouterij De Ster in Herk-de-Stad en de brouwerij-mouterij Van Houtryve in Brugge werden de mouterijmachines aangedreven door Moës-dieselmotoren.
Ook diverse vaartuigen, zoals de Luxemotor Kludde, hadden als mechanische krachtbron een Moës-dieselmotor.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Pilkemstraat 28 (Langemark-Poelkapelle)
De Blauwe Molen, veelal ook de Beeuwsaert- of Bikschotemolen genoemd, is een standaardmolen met gesloten voet, die functioneert als korenmolen. De houten molen, gelegen op een molenbelt, maakt deel uit van een groter ensemble, bestaande uit een burgerhuis, een aanleunende maalderij en een dwarsschuur. Deze gebouwen dateren van de jaren 1920 en situeren zich binnen de wederopbouw van de frontstreek na de Eerste Wereldoorlog.
Grote Baan 86A, 87 (Herk-de-Stad)
Brouwershuis van het dubbelhuistype met rechts, een poort die toegang verleent tot een gekasseide binnenplaats met de industriële gebouwen.
Wulfaertdijk (Koekelare)
De Hovaeremolen of Ooievaartmolen is een stenen grondzeiler op molenberg. De graan- en oliemolen, in zijn huidige vorm daterend van rond 1921 met recuperatie van het torenkot van 1875, vormt een beeldbepalend element in een landelijke omgeving.
Wijnegem (Antwerpen)
Kludde is een luxemotor die in 1915 werd gebouwd op de scheepswerf Boot in Alphen aan de Rijn en vanaf 1930 in België voer.
Watermolenstraat 28 (Wichelen)
Huidige gebouwen daterend van rond 1840-1850, rond een veel oudere kern waarvan de maalsluis deel uitmaakt. Later omgebouwd tot korenmolen en waterrad vervangen door een turbine. Aan de straat gelegen ensemble van zijdelings aan elkaar palende, landelijke bakstenen gebouwen van één bouwlaag onder verspringende zadeldaken. Van west naar oost omvat de langgerekte constructie het molenaarshuis, de turbinewatermolen met graanmolen op de linkeroever; overdekte sluispartij; op de rechteroever de voormalige oliemolen en laadruimte, schuur en stal. Rondom weiland en knotbomen en struiken langs de Molenbeek.
Maalbeekstraat 101 (Beringen)
Voormalige watermolen op de Zwarte Beek, buiten werking sedert circa 1970 en sterk verbouwd. Van deze molen werd circa 1928-1929 het binnen- en buitenwerk, evenals het sluisgestel volledig vernieuwd; later volgden nog enkele kleinere aanpassingen.
Oude Molenweg 69 (As)
Watermolen op de Bosbeek, voor het eerst vermeld in 1551. Toen in 1717 de gemeentelijke molen, de Nieuwe Molen, in gebruik genomen werd, kreeg hij de naam Oude Molen. De omgeving van de watermolen bestaat vandaag uit enkele beboste percelen en een waterbekken ten zuiden van het molencomplex.
Wilgendries 4 (Erpe-Mere)
Bovenslagmolen op de Molenbeek met ijzeren scheprad en sluis, reeds vermeld in 1571. Molen van één bouwlaag en twee traveeën onder steil zadeldak, uit de 19de eeuw met oudere kern. Molenaarswoning in het verlengde van de molen; dubbelhuis met twee bouwlagen van vier traveeën onder zadeldak uit eind 19de eeuw - begin 20ste eeuw. Watermolen omgeven door graslanden en door bomenrijen afgezoomde Molenbeek. Twee onverharde voetwegen komen samen bij de molen.
Watermolenstraat 2 (Oostkamp)
Site van de voormalige watermolen, bestaande uit de watermolen langs de Grote Beek, een vrijstaande schoorsteen en een dieper in gelegen molenaarswoonst met achterliggende schuren. Het molengebouw is gebouwd in de loop van de 19de eeuw in zeker twee fases. Onder het met platte pannen bedekte zadeldak bevinden zich de stallingen, de voormalige melkerijruimte, de maalderij en de voormalige stook- en stoommachineruimte. Het turbinehuisje dateert van 1925. De molenaarswoning is opgebouwd uit twee parallel gelegen diephuizen. Beek met sterk meanderend verloop en bomenrij. Onverharde voetweg ten oosten van de beekvallei.