Architect en interieurontwerper Jul De Roover werd geboren te Antwerpen op 28 april 1913 in een artistiek en sociaal geëngageerd milieu.
Hij realiseerde na de Tweede Wereldoorlog een eerder klein, maar kwalitatief hoogstaand oeuvre. Hoewel hij niet rechtstreeks betrokken was bij de schuchtere uitbouw van het vooroorlogse Antwerpse modernisme, is zijn ontwerpfilosofie geworteld in de progressieve antiburgerlijke idealen van het Interbellum. Als lesgever heeft hij een grote invloed op een groot aantal architecten en binnenhuisarchitecten.
Na zijn studies aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen en Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, waar hij in avondschool tekenles volgt, gaat Jul De Roover in 1930 werken in het houtbewerkingsatelier Donche-Beuckeleers. Hij verwerft er een gedegen ambachtelijke kennis in onder andere meubelmakerij, schrijnwerkerij en een liefde voor goed verwerkt materiaal zoals blijkt uit zijn latere ontwerpen. Terzelfdertijd volgt hij een avondcursus bouwkunde aan de Stedelijke Nijverheidsschool en van 1933 tot 1941 de architectuuropleiding aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Reeds tijdens zijn studies was hij actief in de Kring voor Bouwkunde, een progressieve vereniging van jonge architecten – met o.a. Walter Van den Broeck, Julien Schillemans en Renaat Braem- gericht op het internationaal modernisme.
De eerste jaren van zijn beroepsleven legde De Roover zich vooral toe op interieurontwerpen. In 1944 begint hij als chef van het meubelatelier opnieuw te werken voor de firma Donche-Beuckeleers, tezelfdertijd start zijn carrière als leraar: “binnenhuisontwerpen” aan de School voor Kunstambachten en in 1946 werd hij een drijvende kracht van de afdeling “Binnenhuiskunst” aan de School voor Bouwkunst en Stedebouw, voorloper van het N.H.I.B.S. Woningrichting is voor De Roover geen decoratieve aangelegenheid, maar een ruimtekunst, evenwaardig aan de architectuur en er totaal in opgaand.
De Roover is vanuit zijn opvattingen over een sociaal rechtvaardige maatschappij met een sterk gemeenschapsideaal, een fervente tegenstander van de Belgische verkavelingspolitiek en toch verwezenlijkte hij zijn ontwerpvisie vooral dankzij private opdrachtgevers: vernieuwende interieurontwerpen voor vrienden en kennissen, enkele winkelinrichtingen, een aantal buitenhuisjes en vooral een hele reeks woningen. Opdrachten voor de gemeenschap waren eerder zeldzaam. Hij ontwierp enkele projecten voor sociale woningbouw in samenwerking met Guy Nolf zoals het opmerkelijke complex met drie woontorens van 1967-1971 aan de Silvertoplaan op het Kiel in Antwerpen. Ook het Antwerpse Rijksinternaat voor schipperskinderen van 1980 met zijn expliciete constructie en eerlijk materiaalgebruik is een van de meest expressieve realisaties van de architect. Paradoxaal genoeg kunnen we echter de complexiteit van zijn visie het best ervaren in de door hem verguisde villawijken. De Roover slaagde erin een erg persoonlijke verwerking te geven van het erfgoed van de modernistische pioniers Wright, de Stijl, de buitenlandse stromingen met invloeden van Bauhaus, Nederland, Le Corbusier en de Scandinavische architectuur. Elke door hem gerealiseerde woning stelt andere prioriteiten en is gebaseerd op gevarieerde invloeden als gevolg van de intense dialoog met de opdrachtgevers. Elke woning voldoet aan een aantal criteria volgens De Roover basisvoorwaarden voor een goede architectuur. De planopbouw is logisch en functioneel aangepast aan de ruimtelijke organisatie van de levensstijl en de wensen van de bewoners. De vormgeving is antidecoratief: een minimum aan materiaal moet een maximum aan expressie waarmaken. De eigenheid van het materiaal binnen de constructie is van groot belang. Kleur is met de textuur van het materiaal verweven; het is een compositorisch element dat ruimtebepalend is. De mens is steeds het hoofddoel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Oudaan 5 (Antwerpen)
Kantoortoren van vijftien verdiepingen in brutalistische stijl, naar een ontwerp door de architecten Renaat Braem, Jul De Roover en Maxim Wijnants uit 1951-1952, opgetrokken in 1958-1967.
Gouverneur Holvoetlaan 34 (Antwerpen)
Appartementsgebouw voor de gegoede burgerij in laat-modernistische stijl naar ontwerp van Jules De Roover uit 1964. Opdrachtgever was Madeleine Deman, die toen een woning in de Marie-Josélaan 8 te Berchem betrok.
Te Couwelaarlei 120 (Antwerpen)
Het gebouw, ingeplant op een smal en diep perceel gelegen tussen privéwoningen, werd in 1971-1974 opgetrokken naar ontwerp van architect Jul De Roover.
August Van de Wielelei, Schotensesteenweg (Antwerpen), Ertbruggestraat (Wijnegem)
Het complex met de kastelen Ertbrugge en Zwarte Arend, de hoeven Sitters en Covens, de bijgebouwen, de restanten van de landerijen, de parken, parkbossen en landbouwgronden vormen een uniek overblijfsel van het leefmilieu van voornamelijk de 18de eeuw.
Schotensesteenweg 301-303 (Antwerpen)
De beeldhouwer Aimé De Martelaere en diens schoonvader Georges Brewaeys geven Braem in 1948 opdracht twee aanpalende rijwoningen te ontwerpen in de nieuwe wijk Venneborg.
Apollostraat 150 (Antwerpen)
Oorspronkelijk kantoren en toonzaal, 1967 naar ontwerp van Jul De Roover; betonstructuur ingevuld met kleurige baksteenvlakken en ramen.
Ertbruggelaan 150, Professor Van den Wildenberglaan 1-2 (Antwerpen)
Inplanting binnen rechthoekig omgracht park met ten westen toegang, kreeg in 1784 zijn huidig uitzicht, de voormalige westelijke dienstgebouwen zijn omgevormd in 1945.
Camille Huysmanslaan 101 (Antwerpen)
Meergezinswoning naar ontwerp van aannemer (Vakman) Ch. Melis uit 1934 in opdracht van Paul Victor Huyghe. Melis was gevestigd aan de Schaliënstraat 39.
Leo Bosschartlaan 1 (Antwerpen)
Enorme productiehal in staalskeletbouw, in 1961 ontworpen door architect J. Van Mighem met bijdrage van R. Braem en De Roover.
Karmelietenstraat 10 (Antwerpen)
Meergezinswoning met twee flats in opdracht van Walther en Jan Vanbeselaere, naar ontwerp van Jul De Roover uit 1963, opgetrokken in 1964. Betonskelet; gevelcompositie met bakstenen muurvlakken en variërende aluminium ramen.
Rozenlaan 11 (Schilde)
De woning De Roover-Van Coillie, gelegen in de verkaveling “Hof Ter Linden”, werd in 1955 ontworpen door architect Jul De Roover, in opdracht van zijn jongste broer Walter De Roover en diens echtgenote Agnes Van Coillie, en voltooid in 1956.
Hoge-Aardstraat 8 (Antwerpen)
Beton- en baksteenbouw met opengewerkte voorgevel, naar ontwerp van Jul De Roover van 1954, opgetrokken in 1955.
Simonslei 4 (Brasschaat)
De woning Steurs opgericht in 1961 naar ontwerp van Jul De Roover, behoort tot de modernistische stroming van de naoorlogse architectuur.
Drakenhoflaan 122 (Antwerpen)
Half vrijstaand burgerhuis in laat-modernistische stijl in opdracht van notaris Maurice Van Hecke naar ontwerp van Jul De Roover uit 1959. De woning is een typisch voorbeeld van de naoorlogse bel-etage woning, die opvalt in het straatbeeld door het weloverwogen en contrastrijk materiaalgebruik. De erfgoedwaarde van het pand komt voornamelijk tot uiting in het interieur dat gaaf bewaard is en, karakteristiek voor De Roover, getuigt van een kwalitatief hoogstaand ontwerp.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Roover [online], https://id.erfgoed.net/personen/1520 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.