Antoon Blanckaert (1907-1987) volgde van 1923 tot 1927 lessen Binnenhuisarchitectuur - Sierkunsten aan de Koninklijke Academie te Gent en van 1924 tot 1929 aan de afdeling Architectuur. Samen met zijn vriend en studiegenoot Gaston Eysselinck bezocht hij de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs in 1925, waar zij onder andere in contact kwamen met het werk van Le Corbusier. Tijdens hun studie maar ook daarna, tot 1930 werkten Eysselinck en Blanckaert op het architectenkantoor van Geo Henderick in Gent.
In 1930 vestigde Eysselinck zich als zelfstandig architect in Gent en Blanckaert bleef bij hem werken tot 1935. In die periode bouwden zij elk een eigen woonhuis met architectenbureau respectievelijk in Gent en in Aalst. Terwijl Eysselinck in 1933 aangesteld werd als leraar in de Koninklijke Academie in Gent, werd Blanckaert in 1934 leraar technologie der bouwmaterialen aan de Academie voor Schone Kunsten te Aalst. In 1935 betrok Blanckaert zijn woning in Aalst. In 1938 was hij medeoprichter van de Technische school voor Bouwkunde aan de Academie, waar hij ook les gaf in technologie, constructie en bouwkunde. In 1945 werd hij aangesteld als leraar Bouwkundig Tekenen en Bouwkunde, Technologie en Constructie aan de Technische School voor Bouwkunde. Van 1956 tot 1973 was hij directeur aan de Academie.
In de periode tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog realiseerde architect Blanckaert kort na elkaar enkele opmerkelijke architecturale verwezenlijkingen in Aalst en omstreken. Tot de belangrijkste behoren de woning Van den Bosch, de gekoppelde woning Jozef Van Overstraeten en de woning Mores van 1935, in 1937 volgden de woning Grosemans, de woning Cool, en De Cock, daarna ontwierp hij nog woningen voor J. Roosen, J. Verleyen, F. Callebaut, L. De Rijck-Limpens, R. Temmerman, R. Vincent en De Pauw. Al deze woningen zijn opgetrokken in de Internationale stijl of het functionalisme, gekenmerkt door een beredeneerd plan, verspringende volumes, rechte vormen, platte daken, grote vensters, zonder gevelornamentiek. De vele verdienstelijke bouwopdrachten in de naoorlogse periode, waarin hij geïnspireerd werd door Scandinavische architecten, getuigen nog van zijn succesvolle loopbaan. Zelf bouwde hij in 1955 een nieuwe eigen woning iets verderop in de Capucienenlaan, deze woning is recent grondig verbouwd.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Capucienenlaan 14-16 (Aalst)
Hoekwoning en aanpalende woning gekenmerkt door een evenwichtige volumewerking, gebouwd in 1932 naar ontwerp van architect Antoon Blanckaert.
Anna Snelstraat 3-17, Begijnhof 1-52, 53, Pontstraat 50-56, 50B (Aalst)
Sociale woonwijk, tussen 1954 en 1959 gebouwd door de Samenwerkende Maatschappij van Goedkope Woningen voor het Gewest Aalst naar plannen van architect Antoon Blanckaert. Het bestaande begijnhof werd hiervoor grotendeels gesloopt, met uitzondering van de kerk, de kapel, de pastorie en enkele huizen.
Capucienenlaan 14-16 (Aalst)
Hoekwoning en aanpalende woning gekenmerkt door een evenwichtige volumewerking, gebouwd in 1932 naar ontwerp van architect Antoon Blanckaert.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Blanckaert [online], https://id.erfgoed.net/personen/351 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.