Gaston Boghemans was een architect die actief was tijdens het interbellum in Menen. Eind jaren twintig woonde hij aan de Kerkomtrek in Menen (waarschijnlijk nr. 11: duidelijk een ontwerp van zijn hand). Zijn architectuur verraadt een voorliefde voor art deco en modernisme, evenals een sociale bewogenheid wat zich vertaalde in de vele sociale huisvestingsprojecten en het badhuis aan de Sluizenkaai 78 uit 1938, opgericht om de hygiëne van de arbeiders te verbeteren.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2019: Boghemans, Gaston [online], https://id.erfgoed.net/teksten/303245 (geraadpleegd op ).
Gaston Boghemans (Sint-Pieters-Jette, 1891-Menen, 1984) wordt geboren op 3 oktober 1891 in Sint-Pieters-Jette. Zijn vader, Louis Boghemans was landmeter en architect te Brussel. Gaston volgt van 1906 tot 1913 de lessen aan de Brusselse Nijverheidsschool, vervolgens studeert hij aan de Teken- en Sierkunstschool van Sint-Jans-Molenbeek. In 1914 ontvangt hij de eerste prijs in de afdeling Architectuur en Burgerlijke Bouwkunde. Tijdens zijn studies behaalt hij op 18 april 1908 het diploma van landmeter. In 1943 behaalde hij het getuigschrift van architect-urbanist.
In mei 1914 gaat hij aan de slag als ontwerper-technicus bij de Bijzondere Dienst der Belgische Spoorwegen (NMBS) voor de Noord-Zuidverbinding te Brussel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt hij ingelijfd bij het Regiment der Grenadiers en komt terecht aan het IJzerfront, vanaf 1915 doet hij dienst bij de ravitailleringsdienst Service Dépôt d'Intendance n°2. Van 1916 tot 1920 werkt hij als architect 3de klas bij de Dienst Burgerlijke Gebouwen, District Bas-Congo te Boma (Kongo), waar hij verschillende woningen bouwt.
Op 15 september 1920 wordt hij aangeworven als architect bij de D.V.G. (dienst der verwoeste gewesten); aangesteld als adjunct wordt hij belast met de sector Menen. Boghemans bouwt verschillende woonhuizen, winkels en bedrijfsgebouwen in de stad. Vooral onder burgemeester A. Debunne wordt het patrimonium van de stad aanzienlijk uitgebreid met openbare gebouwen en sociale woningen naar zijn ontwerp, tevens begeleidt hij ook verschillende restauraties, onder meer aan het belfort en aan de kazerne op het Leopoldsplein. In 1928 wordt hij door de stad benoemd tot bijgevoegd stadsbouwmeester of stadsarchitect, een functie die hij zal uitoefenen tot aan zijn pensioen in 1961. In deze hoedanigheid bouwt hij een aantal woningen in de nieuw aangelegde A. Debunnestraat en hij tekent het aanlegplan en zes verschillende woningtypes met varianten voor de tuinwijk "Ons Dorp", gelegen in het noorden van de stad.
Verder houdt hij zich bezig met het uitbouwen en verbeteren van de lokale drinkwatervoorziening, hij maakt een ontwerp om de stad van drinkwater te voorzien en bouwt in 1938 een watertoren. In 1946 wordt hij aangesteld als exploitatie-diensthoofd bij de Nationale Maatschappij der Waterleidingen te Menen, in deze functie ontwerpt hij onder meer watertorens voor Roeselare, Kuurne, Tielt, Gullegem, Waregem en Torhout.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt hij betrokken bij de wederopbouw van de stad, hij ontwerpt de zogenaamde "Nieuwe Tuinwijk", gelegen ten westen van het centrum.
Boghemans ontwerpen worden getypeerd door het zuiver materiaalgebruik zie de sober gehouden en zichtbaar gelaten bakstenen gevelvlakken, in combinatie met een geometrische vormentaal en een strakke belijning. Hij laat zich beïnvloeden door werk van A. Pompe, H.P. Berlage en W.M. Dudok.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002338, Geografisch pakket Menen (DE GUNSCH A. 2005).
Auteurs: De Gunsch, Ann
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. 2005: Boghemans, Gaston [online], https://id.erfgoed.net/teksten/443722 (geraadpleegd op ).