René Pechère ontdekt zijn liefde voor het vak als stagiair bij Jules Buyssens, directeur van de Brusselse stadstuinen. Na een opleiding aan de Tuinbouwschool in Nancy, werkt hij mee aan de Wereldtentoonstelling van 1935 in Brussel.
Voor de Parijse wereldtentoonstelling van 1937 tekent Pechère de tuin van het Belgisch paviljoen. Daaruit volgen opdrachten voor de kasteeltuinen van het domein Belœil en het domein Argenteuil voor Leopold III van België. De aanleg van het bovenste gedeelte van de Brusselse Kruidtuin en de Kunstberg in het centrum van Brussel zijn eveneens van zijn hand.
Na de tweede wereldoorlog richt hij een eigen bureau met een team van medewerkers op (Marianne Foërster, Annie van Marcke de Lumen, Berry A. Jacqmotte, Jacques Boulanger-Français). Zijn ontwerp voor de Brusselse Wereldtentoonstelling van 1958 waarbij René Pechère in grote mate het uitzicht van het domein bepaalt, bezorgt hem een grote bekendheid.
René Pechère ontwierp tijdens zijn carrière een 900-tal publieke- en privétuinen in België, Frankrijk, Nederland en Duitsland. Op internationaal vlak ijverde hij voor behoud en restauratie van historische tuinen en parken. Zo was hij een inspirator voor het Charter van Firenze, waardoor ICOMOS een eerste stap zette naar de bescherming van cultuurhistorische sites wereldwijd.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Nieuwe steenweg 10 (Herent)
Modernistische interbellumvilla op uitgestrekt terrein, eigen woning en ontwerp van Paul Stevens.
Stationstraat 58 (Tielt)
Voormalige dokterswoning gebouwd in 1923 naar ontwerp van architect Valère Lievens (Tielt) in opdracht van Armand Vander Borgt-Notteboom, geneesheer uit Tielt. Naar verluidt is in de woning, naast een wachtzaal en praktijkruimte, tevens een sanatorium ingericht in een van de kamers. Vrij robuuste architectuur met invloed van zowel cottage- als art-decostijl. Oorspronkelijke tuinaanleg door Louis-Julien Breydel, nadien gewijzigd door René Pechère.
Karestraat 36 (Halen)
Uitgestrekte en complexe villatuin, aangelegd midden van de 20ste eeuw op advies van landschapsarchitect René Péchère; samenstellende elementen met verwijzing naar de traditionele dispositie van landelijke residenties: representatieve tuinen, privétuinen, nutstuinen, tuinen voor sport en spel, uitgestrekte boomgaard, alles ontworpen aan primaire en secundaire langs- en dwarsassen, het geheel naadloos overgaand in het omliggend landschap, in een ouder parkgebied.
Binkomstraat 68, 105, 109, Sint-Gertrudendries 16 (Lubbeek)
Uitgebreide totaalsite, aangekocht en ontwikkeld door Lucien Beauduin tussen 1911 en 1930, bestaande uit onder meer de hoeve Saint Germain (1885), Baudoins eclectisch landhuis De Leenberg (1911), het Sint-Gertrudenhof (1930) en de cottagevilla van Mr. Blondeau (1929) ter hoogte van de Verloren Hoek. Het unieke geheel omvat circa 100 hectare en werd vanaf 1911 aangelegd in een laat-landschappelijke stijl, en heraangelegd en uitgebreid rond 1930 naar ontwerp van J. Gallopin, waarin een duidelijke inspiratie uit de 'Nouveau jardin pittoresque' merkbaar is. De omgeving van het Sint-Gertrudenhof werd heraangelegd door René Pechère in 1960.
Lotsestraat 63-65 (Beersel)
Vlakteburcht van circa 1300, op onregelmatige, ellipsvormige plattegrond gemarkeerd door drie gesloten muurtorens en omringd met een slotgracht. Defensieve ligging als voorpost van Brussel en Brabant.
Stationstraat 52 (Tielt)
Hoger gelegen interbellumvilla in tuin, een verbouwing van 1935 naar ontwerp van architect Albert Impe (Tielt) (gesigneerd in plint) van een in 1874 opgetrokken woonhuis, waar rond de eeuwwisseling hoveniersbaas Theophiel De Brauwer woont. Opdrachtgever voor de grondige verbouwing is Lionel Maes, nijveraar uit Pittem.
Theodoor Coppensstraat 241 (Asse)
Buiten de dorpskom gelegen, classicistisch geïnspireerd kasteel, opgetrokken in 1780 naar ontwerp van hofarchitect L.B. Dewez in opdracht van baron d’Olmen de Poederlee.
Kasteeldreef 1-3, 10-12 (Kruisem)
Het kasteel van Nokere, een classicistisch waterkasteel van circa 1727, bevindt zich binnen een omhaagd domein met verschillende vijvers en uitgestrekte tuinen en bossen. De Franse Tuin in het park is een fraai voorbeeld van het werk van tuinarchitect René Pechère. Een lange platanendreef verbindt het kasteeldomein met de dorpskern van Nokere.
Kruisstraat (Ronse)
Gelegen boven op de Kruisberg met panoramisch zicht op de stad. In 1951 aangelegd als wandelpark door tuinarchitect R. Pechère.
Zevenkerken 4, 4A (Brugge)
Sint-Andriesabdij Zevenkerken met bijhorende school en internaat en kloostertuinen, religieuze en militaire begraafplaatsen, bunker en kazematten, sportterreinen en zweminfrastructuur, gelegen in een bosrijke omgeving doorsneden door dreven. Het gebouwenbestand van de abdij en de bijhorende school zijn, net als de groenaanleg met siertuinen, nutstuinen en boomgaarden, fasegewijs tot stand gekomen.
Boeretang (Mol)
Complex ensemble uit de periode 1954-1964, gelegen op de Achterbosse heide, met uitgestrekte naaldbossen.
Bellevue 1-4, 5 (Gent)
Eind jaren 1950 centraliseerde de textielfabriek S.A. Union Cotonnière, UCO, haar administratieve en commerciële diensten in een modernistische hoogbouw van de Keulse architect Theodor Kelter en zijn medewerkers H. Feltes en K. Hullmann. In 1991 werd een naburig industrieel gebouw omgevormd tot kantoorgebouw naar een postmodern ontwerp van Jo Crepain.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pechère [online], https://id.erfgoed.net/personen/3943 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.