Renaat Braem (1910-2001) geldt als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de naoorlogse architectuur in België. Hij beëindigde in 1935 zijn architectuurstudies aan de Academie te Antwerpen, met een stedenbouwkundig ontwerp voor een honderd kilometer lange ‘lijnstad’ dwars door België. Het project bestond uit rechtlijnige stroken voor verkeer, industrie, groen, wonen en landbouw, die zich parallel met het pas gegraven Albertkanaal uitstrekten van Antwerpen tot Luik. Zijn inspiratie vond Braem in het revolutionaire elan van het Russische constructivisme, waar dergelijke modellen rond 1930 het licht zagen. Hij toonde zich met dit project op jonge leeftijd reeds als een sociaal bewogen, visionair denker, kwaliteiten die van toepassing zouden blijven op zijn hele verdere loopbaan. Hetzelfde jaar won hij de Godecharleprijs, één van de belangrijkste architectuuronderscheidingen in het land. Het prijzengeld stelde Braem in staat zijn opleiding in het buitenland te vervolmaken. Hij koos voor het atelier van de Franse architect Le Corbusier (1887-1965) in Parijs, waar hij van 1936 tot 1937 als stagiair werkte. Le Corbusier gold ook toen al als één van de zwaargewichten van het modernisme, een reputatie die met de jaren alleen maar zou toenemen. Zijn atelier was een smeltkroes waar veelbelovend talent van over de hele wereld elkaar vond, en - zoals Braem het later verwoordde - ‘de sleutel’ kreeg voor de architectuur. Op voordracht van Le Corbusier werd Braem in 1937 lid van de CIAM (Congrès Internationaux d’Architecture Moderne), de denktank van de internationale avant-garde in de architectuur, waarvan hij de principes bij zijn eerste stappen in het professionele leven voluit in praktijk bracht. Zijn eerste woningen uit de latere jaren dertig beantwoordden aan het ideaal van de ‘machine à habiter’ of de ‘Wohnung für das Existenzminimum’: woningen als efficiënte machines, bevrijd door licht, lucht en ruimte, binnen de grenzen van het levensminimum.
Na een gedwongen periode van bezinning tijdens de Tweede Wereldoorlog, kreeg zijn carrière aan het begin van de jaren vijftig meteen een geweldige start dankzij twee belangrijke opdrachten van het Antwerpse stadsbestuur: het ontwerp van een sociale woonwijk op het Kiel, en van het Administratief Centrum in de binnenstad. Het Kiel, één van de eerste grootschalige woningcomplexen in het naoorlogse België, geldt vandaag als een mijlpaal in de geschiedenis van onze sociale huisvesting, en als één van de meest toonaangevende bouwprojecten van de jaren vijftig. Het Administratief Centrum moest één van de kroonjuwelen worden in de uitbouw van de naoorlogse metropool, het symbool van de moderne grootstad die uit het puin van de Tweede Wereldoorlog zou herrijzen. Helaas zou de bouw pas een decennium later worden aangevat, en bleek het veelbelovende concept toen al ingehaald door de tijd. Het project werd halverwege stopgezet, waarna de éne gerealiseerde toren aan de Oudaan een nieuwe functie kreeg als hoofdkantoor van de Antwerpse Politie. De ingebruikname vond plaats aan de vooravond van het woelige jaar 1968, meteen het einde van een tijdperk. Toch wordt ook deze toren vandaag beschouwd als één van de meest opmerkelijke hoogbouwprojecten in België.
Braem positioneerde zich met beide projecten zowel op het nationale als op het internationale forum. De jaren vijftig en zestig zouden dan ook de meest vruchtbare periode uit zijn loopbaan worden, met de realisatie van grootschalige huisvestingscomplexen in Brussel, Leuven, Deurne en Boom, van belangrijke openbare opdrachten voor de stad Antwerpen en van tal van privé-woningen. Als volbloed modernist volgde hij ook in deze periode het credo van de reeds vermelde CIAM. De principes voor een moderne architectuur en stedenbouw die hieraan ten grondslag lagen, kwamen tijdens een reeks congressen in de jaren dertig tot stand, en werden door Le Corbusier in 1943 te boek gesteld in de zogenaamde ‘Charte d’Athène’. Dit handvest, dat de krachtlijnen van de naoorlogse stedenbouw vastlegde, schreef een strikte scheiding voor van de vier hoofdfuncties van het maatschappelijk leven: wonen, werken, verkeer en cultuur of recreatie. Voor het wonen werd hoogbouw in het groen als ideaal naar voor geschoven. Deze woonkernen dienden zich op bereikbare afstand te bevinden van de industriële productiekernen, die op hun beurt op één lijn moesten liggen met de verkeersinfrastructuur. Vanuit een sterke sociale bewogenheid kneedde Braem deze principes tot een visie die er vooral op gericht was de samenhang van de gemeenschap te bevorderen en het leven van het individu te verbeteren. Zijn architectuur balanceerde tussen verstand en gevoel, tussen rationalisatie en het zoeken naar een poëtische ruimte. Niet alleen het vormelijke scheppen, het zoeken naar een band tussen ruimte en tijd, het tot uitdrukking brengen van de functie van een gebouw, stonden hierbij centraal. Evenveel aandacht ging naar het constructieve, het experiment met technieken en materialen, het streven naar standaardisatie en systeembouw. In de latere jaren zestig zou hij meer en meer evolueren naar een meer organische vormgeving, die de architectuur verbond met de natuur en als het ware de oerkrachten reveleerde. Doordat de architectuur daarbij zelf sculptuur werd, zou ook zijn levenslange streven naar integratie van de kunsten hier een ultieme apotheose vinden.
Tijdens de jaren vijftig en zestig participeerde Braem actief aan het debat over het wezen, de opdracht, de zin en de toekomst van de architectuur. Hij stond mee aan de wieg van de belangrijkste of althans de meest progressieve architectuurtijdschriften die in deze periode in België het licht zagen, zoals ‘Architecture’, ‘Bouwen en Wonen’ of ‘Plan’, terwijl ook aan zijn eigen realisaties talrijke artikels werden gewijd. Zijn theoretisch discours vond evenzeer zijn weg via voordrachten en essays, of opiniestukken in de links georiënteerde pers, als via interviews in de populaire bladen, op radio en televisie. In 1957 was hij één van de initiatiefnemers van het Bouwcentrum aan de Jan Van Rijswijcklaan te Antwerpen, een centrum dat door voorlichting en modelprojecten een impuls wilde geven aan de industrialisatie van de bouwsector. Daarnaast poogde hij via tentoonstellingen en modelwoningen de massa op te voeden tot een moderne woonstijl. Al die tijd bleef hij ook dromen van de stad van de toekomst en zette hij visionaire modellen op papier, vergelijkbaar met radicale utopische idealen uit de jaren zestig als de ‘Plug-in City’ van het Britse collectief Archigram of de ‘No-Stop City’ van het Italiaanse Archizoom Associates. Dat hij daarbij de CIAM-principes trouw bleef, maar evenzeer de ongekende uitdagingen van een toekomstig maatschappijbeeld aftastte blijkt onder meer uit zijn project voor de satellietstad Lillo uit 1957. Als onvermoeibaar polemist schreef Renaat Braem in 1968 geschiedenis met zijn essay ‘Het lelijkste land ter wereld’, dat niet alleen een aanklacht was tegen de naoorlogse ruimtelijke (wan)ordening in België, maar ook een ecologische waarschuwing inhield met als conclusie ‘totale vernieuwing of totale ondergang’. Met ‘een blik op de jungle’ hield hij nogmaals een pleidooi voor ‘een urbanisme voor de gewone man...een stedebouw die de mens verrijkt, een bevrijdende organizatie van het levensmilieu’ (Braem 1968).
(Bron: Jo Braeken, erfgoedonderzoeker VIOE)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Oudaan 5 (Antwerpen)
Kantoortoren van vijftien verdiepingen in brutalistische stijl, naar een ontwerp door de architecten Renaat Braem, Jul De Roover en Maxim Wijnants uit 1951-1952, opgetrokken in 1958-1967.
Frankrijklei 82, Tabakvest 5 (Antwerpen)
Appartementscomplex met showroom gebouwd in opdracht van de Etablissementen Gebroeders De Vel, officieel verdeler van Eternit, naar een ontwerp door de architect Renaat Braem uit 1959. Het complex tussen Frankrijklei en Tabakvest omvat twee flats van acht en drie verdiepingen.
Van Stralenstraat 17 (Antwerpen)
Modernistisch appartementsgebouw, gekenmerkt door bow window, uitgevoerd in baksteen, natuursteen en arduin, gebouwd 1950-1951 naar ontwerp van Renaat Braem in samenwerking met Jan De Mol.
Menegemlei 23 (Antwerpen)
Omstreeks 1950 vatten Braem en zijn echtgenote Elza Severin concrete plannen op voor de bouw van een eigen woning, met ruimte voor een volwaardig architectuuratelier.
Arenaplein 1 (Antwerpen)
Vanaf 1955 werkt Braem in opdracht van de gemeente Deurne aan de omvorming van het zogenaamde 'Fortje' tot een sport- en cultuurcentrum, een project dat pas in 1965 wordt voltooid.
Dordrechtlaan 8-16, 17-50, 51-85, Gabriël Vervoortstraat 27-109, Pastoor Holthofplein 2-8 (Antwerpen)
In 1960 krijgt Braem opdracht voor de Arenawijk in Deurne, het opzet gaat uit van in totaal 911 wooneenheden verspreid over woontorens en woonblokken en winkelruimte.
Sint-Bernardsesteenweg 318 (Antwerpen)
Voormalige bioscoop zogenaamd "Nova" in art deco naar ontwerp van Ferd. Van Mierlo, zie inscriptie, van 1929. Verbouwing van voormalige dancing "National".
Coquilhatstraat 10-12 (Antwerpen)
Henri Coryn, eigenaar van Distillerie AGRA, een groothandel in wijnen en likeuren, geeft Renaat Braem in 1941 opdracht zijn bedrijfsgebouw op het Antwerpse Zuid uit te breiden met een nieuwbouw op het aanpalende perceel.
Schotensesteenweg 301-303 (Antwerpen)
De beeldhouwer Aimé De Martelaere en diens schoonvader Georges Brewaeys geven Braem in 1948 opdracht twee aanpalende rijwoningen te ontwerpen in de nieuwe wijk Venneborg.
Sint-Cordulaplein 13 (Schoten)
Aan het einde van de jaren zestig krijgt Braem opdracht voor de bouw een middelgrote openbare bibliotheek. Het is een van de weinige publieke projecten uit zijn latere loopbaan, die hij haast compromisloos tot stand zal weten brengen.
Dokter Frans Bernaertsstraat (Edegem)
In 1944 krijgt Braem van zijn overbuur Emiel Aldeweireldt de opdracht een grafmonument te ontwerpen naar aanleiding van het overlijden van diens schoonvader.
Herentalsebaan 576 (Antwerpen)
Het sobere grafmonument bestaat uit een combinatie van eenvoudige geometrische vormen in eenzelfde materiaal, met veel ruimte voor beplanting, in 1945 ontworpen door Renaat Braem.
Herentalsebaan 576 (Antwerpen)
Eenvoudig zerk met een stèle van dezelfde breedte met daarop een kruis in vorm bekend van de heldenhuldezerken, ontworpen in 1930 door Renaat Braem.
Lakborslei (Antwerpen)
Gaspard Nollet gestorven in 1944, graf uitgevoerd in arduin met een contrast in textuur tussen de gefrijnde grafplaat en de gebouchardeerde stèle.
Plantin en Moretuslei 60-62 (Antwerpen)
Handelsgebouw met privé-woning in ingehouden modernisme, gebouwd in opdracht van Jordaan Haentjens, naar een ontwerp van architect Jan Van Joenerboey uit 1948.
Sint-Maartensdal 1-7 (Leuven)
Grootschalige en monumentale hoogbouwwijk met sociale appartementen gebouwd door de Gewestelijke Samenwerkende Maatschappij voor Huisvesting Leuven tussen 1960 en 1967 naar de plannen van de architecten R. Braem, J. De Mol en A. Moerkerke.
Dichtersstraat 82 (Antwerpen)
Modernistische woning ontworpen in 1935 voor Pieter Van den Bergh, arbeider bij Bell Telephone. Eerste uitgevoerde bouwproject van Renaat Braem en Marcel Segers als zelfstandige architecten.
Gagelhoflaan 26 (Zoersel)
Door architecten Renaat Braem en Willy Van Gils in 1949 ontworpen jeugdherberg. Bouw in opdracht van de Vlaamse Jeugdherbergcentrale in 1949-1952.
Sint-Gummarusstraat 2 (Antwerpen)
Kindertuin in brutalistische stijl gebouwd door de Stad Antwerpen, naar een ontwerp van Renaat Braem in samenwerking met Gui J. Nolf uit 1958-1960, uitgevoerd in 1967-1972. Monumentaal kunstwerk 'De Tovertuin' in geëmailleerde staalplaten door Jacques Weemaels uit 1971-1972.
Mutsaardstraat 31 (Antwerpen)
Academie opgericht in 1662 op initiatief van David Teniers, sinds 1810 gevestigd in de 16de en 17de-eeuwse gebouwen van het voormalige minderbroedersklooster. Poortgebouw en museum in neoclassicistische stijl door stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla uit 1841-1843. In de tuin, bereikbaar via het poortgebouw, bevinden zich naast standbeelden en gerecupereerde poortomlijstingen enkele kampioenbomen.
Lindendreef 1 (Antwerpen)
In 1945 wordt Renaat Braem betrokken bij een van de eerste grote naoorlogse projecten voor openbare infrastructuur van de Stad Antwerpen, het Medisch Heelkundig Instituut Middelheim. De bouw kent een lange voorbereiding en een complex verloop, die zich over een kwarteeuw uitstrekken.
Middelheimlaan 61 (Antwerpen)
In 1951 wordt in het Antwerpse Middelheimpark, op initiatief van burgemeester Lode Craeybeckx, het Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst opgericht. Het museum, dat binnen het natuurlijke kader van het park een internationaal overzicht wil bieden van de ontwikkeling van de moderne beeldhouwkunst, is op dat moment enig in Europa.
Albert Claudestraat 1-2, 4-5, 6-16, 21, 25, Artsen zonder Grenzenstraat 2-6, 10-15, 18, 21-23, 31, 41, 51-53, 61, 71, Henri La Fontainestraat 5, 13-17, Hospitaalplein 11, Jules Bordetstraat 10-12, 20-22, 30, Marialei 53, 61-67, 71-75, Paradeplein 1, 11-12, 13-15, 31-32, 33, Pater Pirestraat 50-52 (Antwerpen)
Opgericht op de plaats van het vroegere, circa 1885 gesloopte, fortje van Berchem. Bakstenen gebouwen van twee à drie bouwlagen onder leien bedaking, oudste gebouwen in eclectische stijl, uit 1899.
Leo Bosschartlaan 1 (Antwerpen)
Enorme productiehal in staalskeletbouw, in 1961 ontworpen door architect J. Van Mighem met bijdrage van R. Braem en De Roover.
Beukenlaan, Middelheimlaan (Antwerpen)
De drie domeinen Vogelzang, Middelheim en Den Brandt, die in oorsprong respectievelijk teruggaan tot de 13de en 14de eeuw, vormen samen het Nachtegalenpark. Dit park van circa 90 hectare is een goed bewaard voorbeeld van een parkaanleg uit de 19de eeuw en vormt een groen geheel binnen een verder sterk verstedelijkte omgeving.
Gitschotellei 333-335, Jakob Smitsstraat 1-28, 30-32 (Antwerpen)
In september 1946 krijgt Braem een opdracht voor de Nationale Werf van Borgerhout, deze wijk die in totaal 30 eengezinswoningen en 2 appartementsgebouwen telt, wordt in de loop van 1948 en begin 1949 voltooid.
Gabriël Vervoortstraat 1-23 (Antwerpen)
In oktober 1946, kort na Nationale Werf van Borgerhout, wordt Braem belast met de Nationale Werf van Deurne.
Weerstandsplein (Diest)
Beeldhouwer Mark Macken wordt in 1945 aangezocht om een Monument aan de Weerstand te ontwerpen in zijn geboortestad Diest, als eerbetoon aan negen gevallen leden van het Geheim Leger Schuiloord Jachttijger.
Parklaan 89 (Sint-Niklaas)
Na het Monument aan de Weerstand in Diest ontwerpen Braem en beeldhouwer Mark Macken in de loop van de jaren 1940 samen nog minstens vijf oorlogsmonumenten, met als hoogtepunt het Bevrijdingsmonument in Antwerpen. Van deze reeks wordt enkel het meest bescheiden ontwerp, voor het Koninklijk Atheneum van Sint-Niklaas, gerealiseerd.
Wandeldijk 40 (Antwerpen)
Openluchtzwembad in gewapend beton, in 1935 gebouwd door het bouwbedrijf Constructor. Een bassin van 50 bij 25 m werd oorspronkelijk op het niveau van de begane grond aan vier zijden omringd door allerlei dienstruimten, bergplaatsen, kleedcabines, sanitair toegangstrappen en technische installaties, onder een terras met balustrade.
Schijnpoortweg (Antwerpen)
In april 1996 wordt, met de afwerking van het premetrostation Sport, de noordelijke premetrotunnel van station Opera naar het Sportpaleis in gebruik genomen.
Jozef Van Cleemputplein 7-8 (Boom)
Met de bouw van het Vredegerecht in 1986 en het Rijksadministratief Centrum in 1990 komt een einde aan de langst aanslepende opdracht uit Renaet Braems loopbaan.
Veldenstraat 95 (Mechelen)
De voorgevel in glad beton is sterk verwant met de woning Van de Pas in Mortsel, een compacte rijwoning van hetzelfde type met een verwant gebruik van duplexniveaus en een ellipsvenster.
Grote Markt 20-21, 22 (Mechelen)
Het gebouwencomplex van de Lakenhal gaat terug tot de veertiende eeuw. Sindsdien is er gestaag aan gebouwd en verbouwd.
Della Faillelaan 21 (Antwerpen)
Villa in regionalistisch modernisme, gebouwd in opdracht van de likeurstoker Henry Coryn, naar een ontwerp door Renaat Braem uit 1945-1946. De nieuwbouw werd opgetrokken op de fundamenten van de in 1914 door Willie Pijl ontworpen villa Honigmann. Gesloopt eind december 2013.
Braderijstraat 2, Bullinckplaats 1-6, 7, Driehespenstraat 1-3, Gildekamersstraat 1, Kuipersstraat 2-6, 9-15, Lange Doornikstraat 16, Oude Beurs 16, Palingbrug 12, Repenstraat 8, Ruckersplaats 1-6, 7, Vleeshouwersstraat 10, 21-23, Willem Ogierplaats 1-2, Zilversmidstraat 1-10 (Antwerpen)
De Vleeshuiswijk te Antwerpen is een sociale woonwijk die de omslag illustreert van modernistische stadssanering naar stadsvernieuwing tijdens het derde kwart van de 20ste eeuw.
Jachthavenweg (Antwerpen)
De Molen van Sint-Anneke of de Molen van 't Veertje is een laat 18de-eeuwse houten korenwindmolen van het type staak- of standerdmolen met een gesloten voet, tijdens het interbellum ingeplant aan de Schelde op een horecapaviljoen. Architect Renaat Braem stond in de jaren 1970 in voor de restauratie van de windmolen en de renovatie van het café-restaurant onder de molen.
Dobralaan 28 (Overijse)
Modernistische constructie uit beton en baksteen, drie getrapte volumes onder concaaf gebogen schaaldaken, van 1966 naar ontwerp van Renaat Braem.
Sorbenlaan 57 (Antwerpen)
Modernistisch burgerhuis gebouwd in opdracht van G. Baré, naar een ontwerp door de architecten Renaat Braem en Marcel Segers uit 1936.
Berkenlaan 43 (Kraainem)
Van zijn jeugdvriend Bert Brauns, een regisseur bij de nationale omroep NIR, krijgt Braem in het voorjaar van 1950 opdracht een landhuis te ontwerpen in Kraainem. De woning is een bouwtechnisch ongewone constructie in beton en baksteen.
Kasteelstraat 76 (Overijse)
Eenvoudig maar efficiënt ruimtelijk concept, met een heldere opbouw die het constructieprincipe onverhuld zichtbaar maakt, woning afgewerkt in het najaar van 1968 naar ontwerp van Renaat Braem.
Frans Stienletlaan 33-35 (Antwerpen)
Twee bescheiden minimumwoningen in spiegelbeeld, gebouwd in opdracht van de schoonbroers Louis Chantraine, huisschilder-behanger, en Willem Vantvelt, letterzetter, naar een ontwerp door Renaat Braem en Marc Segers uit 1936.
Kwikstaartlaan 2 (Antwerpen)
De villa in baksteenbouw opgetrokken in opdracht van de fotograaf Alfons De Belder, naar een ontwerp door de architect Renaat Braem uit 1977.
Luchtvaartstraat 28 (Antwerpen)
Braem ontwerpt begin 1954 een sobere en praktische bel-etagewoning met L-vormige plattegrond.
Auwegemvaart 107 (Mechelen)
Vrijstaande tweegezinswoning van 1955 naar ontwerp van architect R. Braem, gebouwd in opdracht van graficus Ray Gilles.
Polygoonstraat 9 (Antwerpen)
Eengezinswoning uit 1952, naar ontwerp van Renaat Braem; kenmerkende compositie met binnen de bouwlagen verkleinende vensters; roodgeschilderde deur en blauwe ramen tegen witte bakstenen achtergrond.
Drakenhoflaan 50 (Antwerpen)
Woning met gevel in een bruinrode kleur, met een iets donkerdere tint voor de ingangspartij, en wit schrijnwerk, bouwaanvraag van 1936 door R. Braem en M. Segers.
Van Erstenstraat 73 (Antwerpen)
Woning waarvan de bakstenen muren bekleed zijn met een witte Dura-glaskorrelbezetting, gebouwd in 1937 naar ontwerp van Renaat Braam in samenwerking met Marcel Segers.
Drabstraat 252 (Mortsel)
Eengezinswoning met als voorgevel een massief, gesloten vlak, verticaal doorsneden door de smalle glasstroken van het trappenhuis, opdracht van 1958 naar ontwerp van Braem.
Van Havrelei 25, 25A (Antwerpen)
Bel-etagewoning met souterrain, twee appartementen en mansarde, van 1929 door architect Arthur Smet, uitgebreid met lager aansluitend volume naar ontwerp van Renaat Braem, van 1944.
Thonetlaan 20 (Antwerpen)
Van zijn vriend Albert Schandevyl, voorzitter van het Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen Antwerpen, krijgt Braem in 1961 opdracht een woning te ontwerpen op de Antwerpse Linkeroever.
Loenhoutseweg 34 (Hoogstraten)
Woning van 1970 naar ontwerp van R. Braem, in 1976 uitgebreid met een bureau. Lowbudgetwoning waarvan de kostprijs deze van een vergelijkbare sociale woning niet mocht overschrijden.
Dieseghemlei 110 (Mortsel)
Woning met gevelveld voorzien van een grafische belijning met horizontale groeven die de vensterdorpels doortrekken, van 1967 naar ontwerp van Braem.
Vlaamshoofdlaan 20 (Antwerpen)
Een kleine meergezinswoning met twee appartementen en een afzonderlijke garage, ontworpen door Renaat Braem in 1958.
Schepersveldlei 74 (Antwerpen)
De wisselagent Henri Van den Bosch, geeft Braem in 1951 opdracht een landhuis te ontwerpen in het residentiële Sint-Mariaburg, op het grondgebied van Ekeren.
Van Amstelstraat 88 (Antwerpen)
Midden 1966 krijgt Braem opdracht met een bescheiden budget een eengezinswoning te ontwerpen.
Lievevrouwestraat 66 (Ranst)
Van het echtpaar Van den Branden-Caers krijgt Braem in 1958 opdracht een woning voor een gezin met twee kinderen te ontwerpen in Ranst.
Brusselsesteenweg 411 (Asse)
In 1958 krijgt Renaat Braem van zijn jeugdvriend Huib Van hellem en diens tweede echtgenote Anne Yvonne De Schaepdryver de vraag een bescheiden landhuis te ontwerpen in Zellik.
Oudestraat 8 (Temse)
De contacten tussen bouwheer Luc Van Hoecke, eigenaar van een bedrijf in meubelbeslag, en Braem ontstonden ergens tussen april en december 1972. Het landhuis zou een van de grootste projecten voor een privéwoning worden die Braem ook effectief ten uitvoer mocht brengen.
Pastorijstraat 3 (Buggenhout)
Renaat Braem rekent deze vrijstaande eengezinswoning tot de belangrijkste realisaties uit zijn rijpere loopbaan. Het streven naar een wezenlijk organische ruimte die de rechthoekige wereld doet vergeten, vormt de leidraad door het gehele ontwerpproces, dat midden 1966 van start gaat en een drietal opeenvolgende concepten oplevert. De basis is telkens een ellipsoïde ontleend aan de superellips.
Lindelei 219 (Hemiksem)
Merkwaardige hoekwoning van 1969-1970, naar ontwerp van Renaat Braem. Terrasbouw van drie bouwlagen onder plat dak met terrassen aan afgeronde hoek.
Keizershoek 336-338 (Kontich)
De familie Verschooren, eigenaar van het in 1947 opgerichte parfumeriebedrijf Fraver, engageert Braem in 1962 voor een meerledige opdracht.
Jos Van Geellaan 1-74, 75-79 (Antwerpen)
Omstreeks 1955 wordt Renaat Braem in samenwerking met andere architectenbureaus belast met het ontwerp voor het wooncomlex aan de Jos Van Geellaan, het omvat sociale woningen, een kleuterschooltje en bejaardenwoningen.
Aloïs De Laetstraat 2-12, 25, Emiel Vloorsstraat 11, 15, Evert Larockstraat 1-2, 4-10, Frans Hensstraat 2, 42-44, Maurits Sabbelaan 54 (Antwerpen)
Met het baanbrekend ontwerp voor een hoogbouwwijk op het Kiel in Antwerpen verwerft Braem na de Tweede Wereldoorlog ruime bekendheid, zowel in binnen- als in buitenland.
Rodeweg 82 (Kalmthout)
Na enkele mislukte pogingen, krijgt Braem in 1963 zijn eerste en uiteindelijk ook enige gelegenheid om een Durox-huis van het door hem ontwikkelde standaardtype te realiseren.
Antwerpsestraat 441-451, Kruiskenslei 2-88, 124-148, Uitbreidingsstraat 1-32 (Boom)
Tussen 1957 en 1979 werkt Braem in samenwerking met Juul Van Camp en Paul Van de Velde aan het ontwerp van de Kruiskenslei in Boom-Noord, een grote sociale woonwijk langs de drukke Antwerpsestraat.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Braem [online], https://id.erfgoed.net/personen/482 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.