Architect, theoreticus, ontwerper en leraar Dom Hans van der Laan (1904-1991) Geboren en groeide op te Leiden binnen een gezin waarvan vader en twee van zijn broers architect waren. Begon in 1923 zijn studie architectuur aan de Technische Hogeschool te Delft. In die periode maakte hij kennis met docent M.J. Granpré Molière. Onder zijn leiding ontstond een Bouwkundige Studiekring waarbinnen Hans van der Laan met andere studenten al op zoek ging naar de grondslagen van de architectuur. Hans van der Laan beëindigde voortijdig zijn opleiding en trad in 1927 als benedictijner monnik in de Sint-Paulusabdij in Oosterhout. Daar legde hij zich verder toe op de architectuur en zocht naar de beginselen van de verhoudingenleer en de essentie van ruimte. Studeerde theologie en filosofie en werd in 1934 tot priester gewijd.
Hij was actief betrokken bij de in 1946 opgerichte cursus kerkelijke architectuur in ’s-Hertogenbosch die bekend zou worden als “Bossche School”. De cursus was gericht op de ontwikkeling van een architectuurvisie voor de noodzakelijke kerkelijke wederopbouw na de vernielingen tijdens de oorlogsperiode. Hans van der Laan gaf diverse theoretische lessenreeksen op de cursus waarvan zijn broer Nico van der Laan, met wie hij ook in de praktijk nauw samenwerkte, studieleider was. Het gedachtegoed en de vernieuwende architectuurvisie van Hans van der Laan was er van invloed op twee generaties architecten.
Publicaties. Tijdens WOII formuleerde Hans van der Laan voor het eerst zijn theorie over zijn maatsysteem het “Plastische getal”, een ruimtelijke verhoudingsleer en de menselijke waarneming van de meetbaarheid (gepubliceerd in 1960). Na het einde van de opleiding aan de Bossche School (1973) publiceerde Hans van der Laan een meer omvattende architectuurtheorie in “De Architectonische Ruimte” (1977). De architectuurtheorie van Hans van der Laan die de basis vormt van zijn hele denken en praktijk is complexe materie die moeilijk samen te vatten is. De grote waarde van deze studie ligt vooral in het blootleggen van de essentie van de ruimtelijke beleving. In 1985 werd “Het Vormenspel der Liturgie” gepubliceerd. In dit werk integreert hij architectuur in een alomvattende visie op kunst, op de levensgewoonten van de mens en onze relatie met de schepping van de natuur.
Hans van der Laan bracht het grootste deel van zijn leven door in de abdij van Vaals. De uitbreiding van deze abdij wordt als zijn levenswerk aanzien. Zijn architecturaal oeuvre beperkt zich tot een aantal kerken, een paar kloosters en één particuliere woning. De Roosenbergabdij wordt bij zijn belangrijkste werken gerekend. Overzicht van zijn architecturaal oeuvre. •1938 Gastenverblijf Sint Paulusabdij, Oosterhout, Nederland •1948 Sint-Jozefkapel, Helmond, Nederland •1956-1986 Gefaseerde uitbreiding van abdij Sint-Benedictusberg, Vaals, Nederland (opeenvolgend: crypte, kerk met sacristie en bijgebouwen waaronder gastenverblijf en atrium, meubelontwerpen, bibliotheekvleugel). •1972-1975 Abdij Roosenberg, Waasmunster, België •1978-1982 Woning Jos Naalden, Best, Nederland •1978 Ontwerp van hoofdgebouw bij bestaande kloosterkapel voor moederklooster van de Mariazusters van Franciscus, Waasmunster, België. •1987-1995 Benedictinessenabdij en klooster voor de zusters van Maria Moeder van Jezus, Mariavall-Tomelila, Zweden
Meubelontwerper. Dom Hans van der Laan vatte als architect en ontwerper ook interesse op voor de inrichting van zijn gebouwen waar volgens zijn opvattingen geen plaats was voor versiering maar enkel voor noodzakelijke functionele elementen en objecten. Hij ontwierp bijgevolg meubels, liturgische voorwerpen en gewaden en zelfs een lettertype, alles naar vormgeving beantwoordend aan de basisprincipes van zijn architectuurtheorie. Zijn ontwerpen zijn dan ook naar vorm zeer sober en herleid tot de essentie. In tegenstelling tot zijn architectuur vertonen zijn meubels schuine lijnen en taps toelopende elementen. Zijn meubels kregen een transparante kleurafwerking in overleg met kleurenspecialist Wim van Hooff ter ondersteuning van de vorm en de ruimte waarvoor ze bestemd waren.
Van der Laan hechtte groot belang aan de eenheid en samenhang met de ruimte waar zijn meubels volgens plan een afgemeten plaats kregen toegewezen. Aangezien in zijn gebouwen alles op elkaar afgestemd werd volgens een totaalconcept, wordt zijn oeuvre dan ook aanzien als Gesamtkunstwerken. Zijn meubels vormen daarbinnen kleine kunstige houten constructies die een noodzakelijke aanvulling vormen op de ruimte. Het beperkte assortiment ambachtelijk vervaardigde meubelen, die Dom van der Laan als standaardmodellen ontwierp, werd in meerdere van zijn gebouwen toegepast en kent ook nu nog steeds een hoge waardering omwille van de stijlvolle en tijdloze vormgeving. Momenteel wordt een serie van tien van deze woonelementen als design-meubelen nog steeds gemaakt (Dom van der Laan Meubel-design).
Als auteur én architect-ontwerper verkreeg Hans van der Laan internationale bekendheid. Zijn publicaties zijn in vele vertalingen verspreid, zijn werk en architectuurtheorie zijn het onderwerp van talrijke publicaties. Door het formuleren van een allesomvattende architectuurtheorie is hij nog steeds van betekenis voor het hedendaagse architectuuronderwijs. Zijn werk wordt bestudeerd aan meerdere buitenlandse universiteiten. Op het ogenblik bereidt Caroline Voet een proefschrift (KUL/KADOC) voor met als onderwerp Ruimtelijke systematiek in het werk van Dom Hans Van der Laan (1904-1991). Er werden daaromtrent al verschillende proefschriften gamaakt door studenten architectectuur. De Van der Laan Stichting, voortzetting van de “Stichting Het Menselijk Verblijf” en de ‘Mgr Van Heukelomstichting”, die van 1946 tot 1973 de cursus Kerkelijke Architectuur in het Kruithuis in ’s Hertogenbosch verzorgde, stelt zich tot doel: het bevorderen en ontwikkelen van inzicht in de algemene grondslagen van de architectuur met als uitgangspunt het gedachtegoed van Dom Hans van der Laan. Zijn architectuur, meubels en theorie haalden ook al vele tentoonstellingen zoals: te Munchen (1977), diverse plaatsen in Nederland (1982-83), Gent (1983), Antwerpen (1986), 1985 (Londen), Leeds en Edinburgh (2000), Vicenza (2000), Maastricht (2008).
Deze nota is gebaseerd op beschermingsdossier DO002328.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Oudeheerweg-Heide 3 (Waasmunster)
Het nieuwe klooster werd middenin de bossen ingeplant. De Nederlandse architect en benedictijn Dom Hans van der Laan maakte met medewerking van zijn broer Nico in 1972-1973 de ontwerpplannen. Het klooster Roosenberg werd in samenwerking met Architectenburo De Vloed gebouwd in 1973-1975. De tijdloze moderne bouwstijl van het kloostercomplex wordt gekenmerkt door een grote eenvoud, een strenge rechtlijnigheid, de afwezigheid van bogen en van bouwkundige versiersels.
Kerkstraat 14, 20 (Waasmunster)
Het klooster van de Mariazusters van Franciscus omvat een oudere kloosterkapel van 1877 naar ontwerp van architect Modeste De Noyette, die teruggaat op het moederklooster van de vroegere zusters maricolen-franciscanessen. Architect Dom Hans van der Laan creëerde tussen 1981 en 1985 op de kloostersite een groot kloostercomplex. De tuinen werden na een aanzet van ontwerp door Van der Laan opgemaakt door de vooraanstaande tuin- en landschapsarchitect Pieter Buys, samen met B. Van der Vliet.
Maurits Lauwersplein, Oleanderstraat 21 (Wevelgem)
Kerkgebouw naar ontwerp van Dom Hans van der Laan in samenwerking met het architectenbureau van zijn broer Nico van der Laan en architect Jozef Lietaert. Ook het kerkplein werd door Van der Laan ontworpen.
Maurits Lauwersplein 4 (Wevelgem)
Pastorie Wijnberg, naar ontwerp van Dom Hans van der Laan en Jozef Lietaert, in dezelfde stijl opgetrokken als de Wijnbergkerk. Ommuurde pastorietuin.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: van der Laan [online], https://id.erfgoed.net/personen/5151 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.