Architect in het interbellum werkzaam in het Leuvense. Lucien Spéder was reeds tijdens de eerste wereldoorlog in Leuven betrokken bij de wederopbouw van de stad. De voor Leuven zeer gekende architect Spéder werkte in het interbellum exclusief samen met de minder bekende architect L. Vanderveken. Samen ontwierpen ze sociale woningbouw voor onder meer de Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonovertrekken van Leuven.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/24062/125.1, Kasteel Maisin met park (DUCHENE H., MICHIELS M. & HIMPE K. 2019).
Auteurs: Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Duchêne H. 2019: Spéder, Lucien [online], https://id.erfgoed.net/teksten/307807 (geraadpleegd op ).
Lucien Spéder was een belangrijk architect die hoofdzakelijk tijdens het interbellum in Leuven werkzaam was en een groot aantal wederopbouwprojecten gerealiseerd heeft. Niettegenstaande er in de Vlaamse Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed een veertigtal projecten en in deze van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een paar projecten van hem gerepertorieerd zijn, is niet zoveel over hem geweten.
Lucien Spéder zag in 1887 in Pepinster (provincie Luik) het levenslicht. Hij huwde in 1913 zijn dorpsgenote Juliette Bourguignon en verhuisde vervolgens naar Kessel-Lo waar hij zich als architect vestigde. Volgens de literatuur was hij ook bekend als kunstenaar en grafisch vormgever.
Op basis van bouwdossiers, bewaard in het stadsarchief, kan afgeleid worden dat Lucien Spéder reeds begin jaren 1920 in Leuven woonde: in de Maria Theresiastraat in 1921 en in de Frederik Lintsstraat in 1922.
Vanaf 1924 betrok Spéder één van de twee door hem ontworpen stadswoningen aan de Naamsevest 114 te Leuven-stad. Tien jaar later verkaste hij naar Wezembeek-Oppem en daarna naar Sint-Gillis.
Spéder wordt een eerste maal in het Leuvense genoemd vanwege de hulp die hij als jonge man bood bij het bergen van lichamen na de moordende doortocht van de Duitsers op 25 en 26 augustus 1914. Samen met kapucijn Valerius Claes (1884-1958) bracht hij overleden inwoners van Leuven en omstreken naar de stedelijke en tijdelijk opgerichte begraafplaatsen. De daaropvolgende maanden hielp Spéder ook mee om lichamen terug op te graven en te herbegraven om de uitbraak van besmettelijke ziektes te voorkomen. Dit bleek tot april 1915 noodzakelijk te zijn.
Mogelijk vanwege zijn fysieke en emotionele betrokkenheid bij de gruwel van de Eerste Wereldoorlog in Leuven was Spéder ook intensief betrokken bij de heropbouw van de stad.
Volgens het onderzoek van de stedelijke dienst Onroerend Erfgoed in kader van het project ‘Herleven. Leuven na 1918’, ontwierp Lucien Spéder niet minder dan 49 wederopbouwpanden in Leuven. Het vroegst gekende ontwerp van zijn hand betrof het thans gesloopte pand in de Bondgenotenlaan nr. 154 waarvoor in 1917 een bouwvergunning werd afgeleverd.
De eerste bewaarde wederopbouwontwerpen die op basis van de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven dateren van rond 1919 en 1920. Deze eerste realisaties gebeurden al in samenwerking met de minder bekende architect L. Vanderveken, waar Spéder tijdens het interbellum exclusief mee samen werkte. Het duo Spéder-Vanderveken realiseerde ook op de Tiensesteenweg enkele wederopbouwpanden, de nummers 33, 172 en 178 in 1921.
Het uitbreidingsproject dat Spéder tekende voor de familie Maisin in 1950 geldt -voorlopig althans- als het recentste gekende wapenfeit van de bouwmeester.
Spéders oeuvre omvat een diversiteit aan zowel monumentale als kleinschalige burgerhuizen, stadswoningen, handelspanden, alsook arbeiderswijkjes en sociale woningbouw. Voortgaande op zijn realisaties had hij een grote kennis van de historische architectuurstijlen en wist hij deze te combineren tot een eigen wederopbouwstijl met verwerking van decoratieve elementen uit de barok, régence, het classicisme, en in mindere mate de gotiek. Zijn voorkeur ging uit naar constructies in baksteenbouw met verwerking van blauwe hardsteen of natuursteen. Hij besteedde daarbij grote aandacht aan de detaillering van onder meer het beeldhouwwerk.
Bron: Beschermingsdossier 4.001/24062/125.1, Kasteel Maisin
Auteurs: Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Duchêne H. 2019: Spéder, Lucien [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313040 (geraadpleegd op ).